Vandaag trek ik oostwaarts de Vlaamse Ardennen door, van Ronse naar Geraardsbergen. In totaal leg ik in ongeveer 8 uur iets meer dan 35 km af.

Drie weken geleden wandelde ik vanuit Breucq naar Avelgem en liep daarbij al eens door Ronse, maar op zondag is de busverbinding vanuit het station daar niet optimaal. Daarom besluit ik met enige pain in het hart (en de maag) een stuk van de route over te doen in omgekeerde richting, weliswaar via een lichtjes afwijkend parcours.
Spijt krijg ik niet van die noodgedwongen keuze, want aan de stadsrand bots ik op deze eigenzinnige stoepcreatie, die ik bij mijn vorige passage heb gemist. Ik let vooral op het bloempotkapsel – pas thuis valt me ook de patente Yorkshire Terrier op.
Op de zuidflank van de Muziekberg kom ik voorbij Kapel Lorette. Die werd eind 17de eeuw gebouwd opdat de parochianen niet naar Ronse zouden moeten ploegen voor de zondagsmis, weet een infobord.
Naast de kapel staat gemakshalve ook een heuse lourdesgrot, waar de op de knieën gevallen Bernadette verwarrend genoeg haast identiek gekleed is als de aanbeden Moeder Gods. Even vermoed ik autodevotie, tot ik een stapje dichterbij zet en mijn vergissing inzie.
Ook op de Muziekberg ligt nog steeds statig jeugdherberg De Fiertel, waar ik dertig jaar geleden enkele memorabele herfstvakanties lang op kamp was. Hoe de tijd verglijdt.
Wat verder herken ik een zandwegel en weet ik me in Breucq – en dus opnieuw op de officiële GR-route. Ik kruis een ouder koppel; we knikken elkaar toe.
In een Waalse voortuin houdt onder een apenboom een pinguïn de wacht.
Eens de huizen voorbij slingert de weg opnieuw de velden in. Onder een stralende hemel loop ik richting Pottelbergbos.
Dat Pottelbergbos dwars ik op holle wegen, een typisch landschapskenmerk in de Vlaamse Ardennen, weet een infobord.
In de volgende groene long, het Brakelbos, emuleer ik uit wildgebrek zelf taksgewijs (-ei-) het Reeënpad.
De weg naar het Lieverenbos is een ansicht waard.
Het langgerekte bos zelf valt me dan weer wat tegen. Het pad snijdt het geboomte lijnrecht doormidden, wat wel een fijn verdwijnpunt oplevert, maar ook een eerder monotone beleving. Gelukkig is de schaduw meer dan welkom.
Naast het volgende, veel kleinere Hayesbos staat deze schijnbaar driestammige optische illusie. Die stemt me wel weer gelukkig.
In het eigenlijke bos is het onthaal veel minder positief, maar ik laat het niet aan mijn hart komen.
Over oude kerkwegels gaat het naar de volgende getuigenheuvel, met daarop het Steenbergbos. Het landschap voelt oeroud aan.
Ik zit met mijn hoofd nog helemaal in het eertijdse als plots een vierspan paarden de bocht om komt stuiven. De hond blaft me niet toe; toch wuif ik hem na.
Intussen ben ik aanbeland op het grondgebied van Brakel, en loop ik tussen aardappel-, bieten- en graanakkers richting Zarlardinge.
In Zarlardinge is er dit pronte paard, dat (hoop ik) deel uitmaakt van de BiZAR-kunstenroute.
Er zijn wel meer fabelwezens. Onder een tractorport tref ik deze impressie van kameel aan.
Ik nader het centrumpje, waar het onderwijsbeest in me wakker wordt.
In de vlakke zon aan de kerk trakteer ik mezelf op een dame blanche. De coupe smelt sneller dan ik hem de baas kan.
Nadien loop ik om het kerkje, waar naast een indrukwekkende Christusfiguur de muren een boodschap dragen: Het is den menschen vastgesteld eenmaal te sterven. | Waakt, want gij kent noch dag noch uur.
Zoals steeds geldt ook hier:
Toepasselijk kom ik als ik mijn tocht verderzet uit op het kerkhof van Zarlardinge, een adembenemende plek.
Er zijn ook twee kunstwerken die er perfect op hun plaats staan.
Tussen Zarlardinge en Overboelare wordt het landschap zo mooi dat het pijn doet. Geen wonder dat wie hier woont trots is op deze streek.
Om het moment vast te leggen maak in een bolle spiegel een zelfportret.
In Overboelare passeer ik Chiroheem Zonneschijn, overwoekerd door meer dan de lockdown, lijkt het wel.
Een kuiken steekt een gazon over. Zo had ik het niet bedoeld.
En dan bereik ik het jaagpad naar Geraardsbergen. Het overvalt me: komende van de Leiestreek, over de Schelde, en nu aan de Dender!
Het is genieten aan de waterkant, en na een kleine 2 km zie ik op de rechteroever de St.-Bartholomeuskerk verrijzen.
Ik trek het centrum nog niet in, maar rep me meteen naar het station. Het is al laat, de rit huiswaarts duurt wel even, en er komt binnenkort een trein. Toch kan ik het niet laten nog snel een selfie te maken.
Moe en gaar vat ik de terugtocht aan.
Meer foto’s: