GR16 | Auby-sur-Semois – Chapelle de Buhan | 27.04.21

GR16

Eind april wandel ik in 9 dagen het volledige Belgische deel van de GR16, de Sentier de la Semois, van de bron tot aan de Franse grens. Dit is dag 6/9.


Het is fijn wakker worden op Les Ochay met een hete douche in het verschiet. Dat die met een timer werkt, is voor een speedstortbader als ik geen bezwaar. Ontbijtje, slaapspullen wegbergen en hop, naar het eindpunt voor deze dag. Ik wandel van Auby-sur-Semois naar de Chapelle de Buhan vandaag, een eindje buiten Bouillon. In totaal leg ik 24 km af (560 hoogtemeters), in 5 uur effectief.

De terugrit is geen kattenpis. Op zeker moment bestaat mijn Strava het tijdens de steile klim naar Auby sarcastisch pausing ride te zeggen. Ja, ik moet op de trappers staan, maar toch. De trut. Ik ben blij als ik kan beginnen stappen.

Het gaat meteen de bossen in.

Maka

Aan de bocht van Camping Maka sta ik kort stil bij de in de rotsen gehouwen nis voor Notre Dame du Sacré Coeur, die de hier gehuisveste werklui moest beschermen bij de frequente winteroverstromingen. Comme personne ne savait nager à l’époque, une chute dans l’eau froide aurait pu être fatale, weet een bordje. Er is een GR-variant die in voorkomend geval de oever mijdt, maar vandaag heb ik die niet nodig.

Notre Dame du Sacré Coeur (Maka)

Het is moeilijk voor te stellen dat hier begin vorige eeuw nog een grote smidse en plaatslagerij stond, die vandaag slechts voortleeft in de plaatsnaam maka, de lokale term voor de in de platinerie gebruikte slaghamer. Nu ratelt er alleen haast onhoorbaar een vislijnmolen, mompelt lijzig het gestage water.

Camping Maka

De Semois is breed hier, en tsjokvol waterplanten, die sierlijke strepen trekken aan het oppervlak.

langs de Semois

Ik loop van de camping weg, de verlaten vallei in. Zoals steeds treft me de veelheid aan soorten lentegroen.

langs de Semois
groen

Het duurt niet lang of ik moet door La Roche Percée, in de middeleeuwen de grens tussen de hertogdommen van Bouillon en Luxembourg. Het is een arthurmoment; hoofs wuift mijn imaginaire helmbos de uitgesleten trapjes op.

la roche percée
achter de roche percée

Maar op de open vlakte achter de rotsen slaat bij mij de bliksem in, allicht de culminatie van dagen wazig cirkeldenken. Het duizelt me, en ik zak door mijn knieën. Het is een crisis zoals ik er nog nooit een heb gehad. Angst slaat me om het hart, dat bonkt en raast. Maar ik krijg nog lucht, gelukkig, vind uiteindelijk weer vaste grond, en kom wankelend recht.

20210427_141752

In gedachten bok ik met mijn hoofd als een gewond rund. Ik stel me banderillas voor, met bloed gutsend over mijn schoft, hoor geloei, sta stil. Langzaam slechts kom ik weer in beweging, en wat volgt, zal veel kracht kosten. Het voelt alsof mijn hart is gescheurd. Niet alle overstromingen waar we bescherming tegen zoeken zijn letterlijk te nemen.

vallei

Wat me omgeeft, blijft stom. Kaalslag. Dukkha.

kap

Maar ik ben hier, ergens op het pad. En ik dwing mezelf vooruit.

Verdwaasd loop ik Dohan in, waar de engel op het Monument aux morts des deux guerres me groet. Misleading / Tranquility ruse / You’re gonna happen again / That’s what I think, klinkt het. Geen fijn vooruitzicht.

Dohan / Monument aux morts des deux guerres

Ik passeer het meermaals verbouwde kasteel, dat zijn oorsprong vindt rond 1600. Sommige dingen weerstaan de tand des tijds beter dan andere.

château de Dohan

Even lijkt alles weer PRIMA. Grimlachen.

Semois in Dohan

Onbeschut hobbel ik verder de weilanden door. Over de blanke baan galoppeert de zon ten steekspel.

weg van Dohan

Op het Point de vue de la Schevauchée is er tijd om fysiek achterom te blikken. De Semois slingert zich door de vallei, dwarst Dohan. Hier kan geen ansichtkaart bij.

Point de vue de la Schevauchée

Het gaat weer een bocht in, door het bos nu.

bos

Het witte bloementapijt hier wordt afgelost door een zee van paardenbloemen verderop, waarop een urbaineske badkuip lijkt te zeilen. Die dwaze gedachte stemt me weer wat vrolijker, zomaar.

paardenbloemen

Het pad plooit terug richting Dohan nu, en op de Route du Sati groet me opnieuw een verder naamloos Mariabeeld. Ik hoop op een Bon Secours.

Maria

Als het pad van de weg afwijkt en weer het bos in stijgt, passeer ik een bordje van de Europese Wandelweg E3, wat me vreemd lijkt, want deze hoort hier helemaal niet thuis. Wie het weet mag het zeggen.

E3?

Na een redelijk vlakke etappe gaat het nu weer knap omhoog. Om me heen, in tegenlicht, gaat het van sprinkhaan-, bos-, limoen- tot varengroen.

groenen

Wat rest, is een laatste steil maar betoverend stuk, naar het onooglijke kapelletje Notre Dame de Walcourt in Buhan, waar ik mijn wagen heb achtergelaten.

laatste klim

Bij het wisselen van mijn schoenen meet ik de lichamelijke schade op. Als ik nog eens een lange tocht doe, neem ik me voor, tape ik mijn voeten meteen in, om blaren als deze te voorkomen. Maar ik zal het er toch nog enkele dagen mee moeten doen.

Nadat ik mijn fiets heb opgepikt in Auby, rijd ik door naar Bouillon in een poging mezelf te lenigen met een pizza.

Gelukkig schuilt troost vaak in kleine dingen.

Meer foto’s:

château de Dohan