GR16 | Arlon – Bellefontaine | 22.04.21

GR16

Eind april wandel ik in 9 dagen het volledige Belgische deel van de GR16, de Sentier de la Semois, van de bron tot aan de Franse grens: samen 210 kilometer. Kamperen doe ik in mijn VW Multivan, en naar het vertrekpunt rijd ik telkens met mijn stadsfiets, 128 vaak zware kilometers bergop. Voor de etappes baseer ik me op de officiële topogids (beetje wennen, daarna erg bruikbaar) en de gedetailleerde en voor backpackers ten zeerste aangeraden etappeverdeling op trekkings.be, met hier en daar aanpassingen, omdat voor mij het eindpunt niet per se in de buurt van een camping moet liggen. Dit is dag 1/9.


Rond 6 uur word ik wakker op Camping ‘Officiel’ Arlon, een prima gelegen doorgangscamping met brandschoon sanitair.

Camping Officiel Arlon

Van daaruit rij ik naar de bossen van Bellefontaine, een dorpje bij Tintigny, vanwaar ik met mijn tong op mijn stuur terugfiets naar het centrum van Arlon. De terugtocht te voet telt 36 km, waar ik 7,5 uur effectief over doe.

De symbolische bron van de Semois ligt bij een klein bekken in een verder oninteressante woonwijk niet ver van het station. Ik ben wel enthousiast, maar het doet me nog zo niet veel: de stroom en ik maakten nog maar pas kennis, en ik hijg nog na van de pittige klim richting binnenstad.

de bron van de Semois

De piepjonge Semois is aanvankelijk niet meer dan een gezapig beekje, en in Arlon zelf loopt ze vaak ondergronds.

de jonge Semois

Ik trek door de buitenwijken naar de stadsrand, onder meer langs het cultuurcentrum, waar de frustratie hoog oplaait.

♿♿♿
Maison SAN Culture

Een van de straatnamen trekt mijn aandacht: omdat er een schooltje ligt, de école communale du Galgenberg, denk ik eerst nog dat het Luxemburgs dialect is voor 1-2-3, maar blijkbaar is de oorsprong prozaïscher: volksvertegenwoordiger-annex-burgemeester Numa Ensch vond het blijkbaar na zijn huwelijk een top idee om ook de naam van zijn echtgenote Flore Tesch aan te nemen, met dit gevolg. Een naam als een klok.

NUMA-ENSCH-TESCH

De voortuinen stemmen al even vrolijk.

97-117
paasboom

Ik passeer Viville en Freylange, waar ik sporen van bevers vind. De beestjes zelf laten zich helaas niet zien.

Freylange
beverknaag Freylange

Ik ben volledig van de stad weg nu, en het duizelt me wanneer ik achteromblik.

Arlon

De middagzon brandt alsof het hoogzomer is. In Lottert biedt een bosstrook gelukkig wat verkoeling. Het ruikt er harsig, naar Zuid-Frankrijk. Alles ademt vakantie.

Lottert

Tussen de stammen smaragdt een meer.

achter de bomen smaragdt het meer

Te midden het groen is er ook een overkapte publieke wasplaats, de Lavoir de Lottert, die sinds 1940 door de zanderige bodem te moeilijk toegankelijk werd en in onbruik raakte. Zo ziet dat er in het Lëtzebuergesch uit: D’Waasser ass kristallkloer, mee well de mëllen Sandbuedem de Wee dohin oft beschwéierlech gemaach huet, hunn d’Wäschfraen ab 1940 decidéiert, bei de Wäschbur vun Tattert ze goen. Heerlijk.

Lavoir de Lottert

Ik smelt zowat door het open veld. Zonnebrandolie heb ik ook niet mee natuurlijk – daar moet ik dringend wat aan doen.

heet heter heetst

In het gehucht Fouches zal dat evenwel niet lukken. Op plekken als deze is het dan weer wel goed dat de zon schijnt; geen idee hoe het er in miezer uit moet zien. Maar nu is het wel çavat.

La Boulangère
ladder
çavatten

Er is ook een oorlogsmonument, voor alle gesneuvelde Amerikaanse vliegeniers die Europa hielpen bevrijden.

monument

In Fourches en Samport is de Semois er weer – nog steeds op jonge benen, maar al duidelijk een waterloop met grip op de omgeving.

jonge Semois in Sampont

Nog even is de weg verhard, maar het glooiende landschap duidt al aan waar ik heen loop: …

op weg naar de Romeinse weg

… een kilometerslang stuk Romeinse heerweg, dat in illo tempore Reims met Trier verbond. Het plaveisel is eeuwen geleden al voor andere doeleinden weggehaald, maar dit blijft verdomd indrukwekkend.

Romeinse weg
Romeinse weg
Romeinse weg
Romeinse weg
lente

Ik had zoals aanbevolen in het stadje Étalle kunnen stoppen, maar ’s ochtends had ik besloten m’n eigen richting in te slaan en er meteen stevig in te vliegen.

DONNONS TOUT SON SENS A LA VIE

Wel slaat de vermoeidheid toe, en ik begin rare dingen te doen. Dit moet een zonnegroet voorstellen.

zonnegroet

Het is heet, en ik ben er mentaal nog steeds niet helemaal op ingesteld.

weg

De markante watertoren van Fratin maakt het er allemaal niet beter op.

Fratin

Ik pleister een ogenblik aan het Croix Saint-Lambert, op intussen ongeveer 30 km van Arlon. Ik ben onder baarden.

Croix Saint-Lambert
internetmemeding

Door het bos loopt de spookspoorlijn 289, pas in de jaren 90 aangelegd voor het vervoer van Valvert-water, maar nooit ten volle gebruikt en niet veel later opgegeven. Ik maak voor mezelf uit géén geposeerde selfie te schieten.

spookspoorweg
spookspoorweg

Dat doe ik wel bij de zône de quiétude in de bossen van Poncelle.

ZONE DE QUIETUDE

Het is een heerlijk schaduwrijk stuk als afsluiter, al blaart de ondergrond bijwijlen wel in m’n zolen.

Poncelle
Poncelle

Aan de kruising met de Rue de la Bourbouleuse richting Bellefontaine dan bereik ik het eindpunt voor vandaag, het Duits-Franse soldatenkerkhof van Radan. In de bossen rusten hier 527 Fransen en 238 Duitsers, allen gesneuveld op dezelfde noodlottige dag, 22 augustus 1914. Natuurlijk zit er danig wat scheef in Europa, maar meer dan 70 jaar vrede, dat is iets om blijvend bij stil te staan...

Cimetière militaire franco-allemand de Radan

Met auto haal ik mijn fiets op aan de bron, een halve wereld achter me intussen, en daarna ga ik tegen alle goede voornemens in een frietje halen. Ik kan het niet helpen: naast de snackerie heeft iemand terecht met verf gegooid.

Léopold II

Het was een majestueuze opener, deze dagmars door de Gaume. Als de hele route zo wordt, dan ben ik nog niet thuis.

Meer foto’s:

ZONE DE QUIETUDE