GR128 | Moorslede – Zillebeke | 05.04.21

GR128

Voor Paasmaandag 2021 voorspelt het KMI een regenzone, buien, hagel, sneeuw en rukwinden: ideaal inleefweer voor de Westhoek dus. Om praktische redenen spreek ik af met collega Nico aan het Bezoekerscentrum van domein de Palingbeek, waar ik bij hem instap om samen naar het centrum van Moorslede te rijden. Over onze terugtocht van zo’n 30 km lang doen we uiteindelijk ruim vijf en een half uur effectief.

Onze timing is waarlijk optimaal, want nauwelijks zijn we vertrokken of de hemelsluizen gaan open.

Moorslede

Er is geen ontsnappen aan: kilometerslang lopen we op een oude spoorwegbedding, de Stroroute Lijn 64, en de wind jaagt de ijzige regen recht in ons gezicht. Hier kunnen geen kap of paraplu tegenop.

Stroroute Lijn 64

Maar ach … het is maar een vale afspiegeling van de ontberingen die de frontsoldaten leden op deze Road to Passchendaele, natuurlijk. Wat zouden wij dan zeuren?

The Road to Passchendaele

We zijn zo doende met de regen en het geanimeerde gesprek dat we Tyne Cot Cemetery voorbijwandelen, hoewel dat vlak naast de route ligt. Ik was er wel al een paar keer, laatst in 2007, maar ik had het ook eens in deze omstandigheden willen zien. Toch jammer dus, al komt het er vast nog wel eens van.

Voor we er erg in hebben lopen we Zonnebeke in. Sinds kort maakt de toren van de modernistische Lieve-Vrouw-Kerk deel uit van Horizon 2025, het nieuwe Vlaamse netwerk van uitkijkpunten, en met een snel elektronisch besteld ticket beklimmen we die.

Onze-Lieve-Vrouwekerk Zonnebeke

Op de verschillende verdiepingen is er meer info over de impact van de oorlog op het landschap en over de wederopbouw van de kerk, nadat die in puin geschoten was en er in de fundamenten een heuse dug-out in was ondergebracht.

dug-out Onze-Lieve-Vrouwekerk Zonnebeke

Ook de klokken passeren we.

klok / Onze-Lieve-Vrouwekerk Zonnebeke

Het uitzicht hier moet op zonnige dagen fenomenaal zijn. We zien Ieper en de Kemmelberg en speuren naar de IJzertoren, maar met dit weer krijgen we die niet te zien.

Zonnebeke

Wel knarpen op de bovenste verdieping onze schoenen op letterlijk honderden vliegenlijkjes. Overal liggen er hopen van: op de vloer, op de steunbalken, op de vensterbanken. Enkele zieltogen nog, maar de slachtoffers zijn niet te tellen. Als zinnebeeld kan het tellen. Nog nooit was ik directe getuige van zo’n massaslachting, en ook al zijn het vliegjes, het grijpt me aan.

als vliegen
als vliegen
als vliegen

De kerk zelf is de eerste die na de oorlog werd heropgebouwd, grotendeels naar een kubistisch ontwerp van Huib Hoste. DE MEESTER IS HIER EN ROEPT U, luidt het toepasselijk.

DE MEESTER IS HIER EN ROEPT U

In het portaal hangen vervaalde stichtende boodschappen. U ZULT U TOCH DEFTIG GEDRAGEN? We doen ons best.

Onze-Lieve-Vrouwekerk Zonnebeke

Een eindje verderop lopen we door de Passchendaele Memorials Gardens, waar de verschillende in de oorlog betrokken naties vertegenwoordigd zijn.

Passchendaele Memorial Gardens
Passchendaele Memorial Gardens

We zetten er flink de pas in, en stoten een eind verderop op Buttes New British Cemetery. Het is niet toegankelijk omdat de grote bezoekersstromen van de laatste maanden voor verzakkingen hebben gezorgd, maar het blijft imposant.

Buttes New British Cemetery
Buttes New British Cemetery

In het omliggende Polygoonbos passeren we onder meer Scott Post, een Duitse bunker die momenteel dienstdoet als vleermuizenkelder. Nico roemt de vele mogelijkheden tot langlaufen die de lange dreven bieden. Ja, denk ik: ook nu loipen we alvast flink door.

Duitse Bunker Scott Post

De monumenten rijgen zich aan elkaar. Even buiten het bos staat dit trotse Black Watch Memorial, een memento voor de Schotse troepen.

Black Watch Monument

Langs de weg ligt op een erf een kadaver van een ooi te wachten om opgehaald te worden. Haar pas geworpen paaslam ligt ernaast. Opnieuw is het slikken. Deze streek kent geen mededogen.

gestorven in het kraambed

Van op de Frezenberg zien we dan onze pleisterplaats liggen. Het is stevig klimmen weer, pal tegen de beukende wind in.

naar Bellewaere Ridge / Bellewaarde

Op Bellewaerde Ridge, waar een verwoede tunneloorlog werd uitgevochten, lunchen we bij het Liverpool Scottish Memorial. In niet-coronajaren komen we elk jaar met onze zesdejaars naar deze plek, maar ook al kennen we de omgeving, wennen doet die niet.

Liverpool Scottish Memorial / Bellewaere Ridge
Bellewaere Ridge

Naast een van de kraters hangt in een boom een roest paasei, lijkt het wel.

Bellewaere Ridge

Hallucinant dat we amper een paar honderd meter verder de achtbanen schampen. Maar ik heb er vrede mee, en denk aan John Maxwell Edmonds’ bekende verzen: When you go home, tell them of us and say / For your tomorrow, we gave our today. Die impliceren immers ook dat ons ten volle leven het grootste eresaluut is dat we de gesneuvelden kunnen brengen.

Bellewaarde

We passeren Hoge Crater Cemetery, en lopen op veldwegen door naar Sanctuary Wood.

Hooge Crater Cemetery
Sanctuary Wood Cemetery

Die begraafplaats hoort bij Hill 62, waar een gedenkteken voor de Canadese inzet te vinden is.

Honour to Canadians / Hill 62

Nu zijn we er bijna. Omtrekkend gaan we de Gasthuisbossen in, en bereiken dan de felbevochten Hill 60, waar de loopgraven ondanks verschrikkelijke verliezen verschillende keren amper een paar meter opschoven. Hier keken beide partijen elkaar recht in de ogen, en gingen toch door. Ik huiver.

Gasthuisbossen
Hill 60
Hill 60

Net zoals kraters op Bellewaerde Ridge en de Pool of Peace in Wijtschate is er ook hier een reusachtig litteken in het landschap: de Caterpillar-krater, het restant van een enorme mijnexplosie.

Caterpillar-krater

Verder gaat het nu het domein van de Palingbeek in, met onder meer Koen Vanmechelens bekende installate CWRU – ook een oorlogsei.

CWRM

Onze laatste stop voor de parking is Hedge Row Cemetery, dat schril afsteekt tegen het frisse groen en de zonnige lentebloesems. Short days ago / [They] lived, felt dawn, saw sunset glow, / Loved and were loved, and now [they] lie, / In Flanders fields. Gevallen, maar niet vergeten.

Hedge Row Cemetery
Hedge Row Cemetery

Meteen is dat ook het voorlopige einde van dit deel van West-Vlaanderen. De volgende etappe van de GR128 gaat immers van het nabijgelegen Spoilbank Cemetery naar Kemmel, maar dat pad loopt gelijk met de GR5A, en dat wandelde ik eerder al eens (stuk 1 en stuk 2). Pas als de reisbeperkingen worden opgeheven, trek ik van Kemmel verder richting Wissant.

Tot zolang wandel ik in oostelijke richting andere routes …

Meer foto’s:

Passchendaele Memorial Gardens

GR128 | Bilzen – Tongeren | 14.11.20

GR128

Midden november moet ik een tweedehands tv-meubel ophalen in Limburg, en ik besluit er mijn eerste dagje GR128 van te maken. Ik parkeer aan het station van Tongeren, neem de trein naar Bilzen, en – soms kan het leven simpel zijn – wandel van daaruit terug. Over de ruim 27 km doe ik zo’n 7 uur effectief.

Ik ben nog maar aangekomen aan het station van Tongeren of de verontrustende boodschappen slaan me al tegemoet. Toch wat somberend stap ik de trein in.

fuck liefde

In Bilzen volg ik het pad langs de visvijvers van de Katteberg. Het herfst volop, en op een bladderend bordje houdt een gezet baasje z’n facieloze fikkie donosorgewijs aan de lijn. Zo hoort het.

Bilzen

Meteen passeer ik ook de eerste eiken-met-maretak, een in het oog springend landschapskenmerk hier in de streek. Met het tanende loof is het het ideale seizoen om er optimaal van te genieten.

maretak
maretak

Bijwijlen vertonen de vlonderpaadjes eigenzinnig bochtenwerk. Het olifantenpad negeren en zulke vertragende wegen plichtsbewust volgen vind ik altijd iets grappigs hebben, dus zomaar in mijn eentje schiet ik in de lach. ‘Kijk, mama, ik maak een ommetje.’

ok is goed

Het is een van die dagen waarop de media berichten dat het aan zee op de koppen lopen is. Ik bid dat het hier niet zo’n vaart zal lopen, maar er is geen reden tot bezorgdheid. Op deze zaterdag lijkt de streek uitgestorven.

biddende engel

Vreemd genoeg loopt het parcours van de GR niet langs of door het domein van Alden Biesen. Ik wil het complex toch wel eens zien, en besluit even door te steken. De kaarsrechte weg naar de Landcommanderij is geflankeerd met fotogenieke sculpturen.

naar Alden Biesen

Het immense domein loop ik slechts een eindje in, maar de hoofdgebouwen maken wel indruk. Al ziet het er allemaal iets te gelikt uit naar mijn smaak, toch bevalt het, en onder het oude lover is het genieten van de typische architectuur van de Duitse Orde. Ook bij een monument voor gevallen landgenoten houd ik een ogenblik halt.

Alden Biesen
Aan onze dappere soldaten gesneuveld in den Wereldoorlog

Terug op de route loop ik de eerste van tientallen holle wegen in.

HOLLE WEGEN

Ik passeer de pittoreske Jeugdkapel, met daarvoor de in 2019 tot “4DE SJÙNSTE BOOM VAN HOESELT” gekroonde wonderboom, en steek de Demer over, hier nog een stroompje van niets.

4DE PLAATS DE SJÙNSTE BOOM VAN HOESELT 2019
De Demer

Accidenteel-poëtischer vind ik de Wermbeek. Wermbeek, zeg ik hardop: Wermbeek.

De Wermbeek

En warempel, even later ben ik in Werm zelf. Wie verzint zoiets?

WERM

Opzoeken dus: Werm werd voor het eerst vermeld in 1176 als Werme; de naam komt waarschijnlijk van worm (kronkelende beek). Ha, bedenk ik: al die middeleeuwers in een tautologische deuk als ze dat rivierbordje hadden gezien: de Kronkelbeekbeek.

In het dorp staan er tal van grenspalen, want naar ik lees was er op het grondgebied Hoeselt vroeger vaak hommeles over wat wie toekwam. Van die stammentwisten is vandaag de dag gelukkig niets meer te merken.

grenspaal

Wel slaat een bont wit buurtschap m’n doen en laten gade.

buurtnetwerk

Het is verder prachtig hier; het lijken de Cotswolds wel.

Werm / The Cotswolds van Limburg
schaapjes

Intussen beginnen de kilometers wel danig in mijn zolen te zitten. Normaal gesproken rust ik zelden, ook niet om te eten, maar ik heb het onverwacht warm, en ik ben dankbaar dat ik even kan verpozen. De paar fietsers en medewandelaars groet ik in mijn hier vreemde accent.

boom met bankje

Licht verzuurd maar inwendig versterkt besluit ik wat verderop het vlonderpad rechts te laten liggen. De bodem is verre van drassig, en met verende tred schiet het weer goed op.

vlonderpad

Aan de zoom van het stemmige Wijngaardbos hebben onverlaten een zorro-badeend opgeknoopt. Wie doet zoiets, en vooral: waarom? In me vloeit het geschrei van duizend kinderogen.

rip eend
Wijngaerdbos
holle weg Wijngaerdbos

Voor ik ’s Herenelderen binnenstap, gebiedt een spoorovergang me te wachten.

CROSSRAIL

Een wegwijzer wil me naar Henis sturen. Ik verwonder me er vooral over dat er geen vandalisme op is gepleegd.

HENIS

Het gehucht zelf heeft een rijke geschiedenis. De uit mergel opgetrokken Sint-Stefanuskerk is gesloten, maar ook de buitenkant is de moeite waard.

's Herenelderen

Naast de poort van het Waterkasteel van Renesse prijkt een dubbelkoppige adelaar.

's Herenelderen

Het gaat verder en verder, richting Berg. Nog steeds maken maretakken de wacht uit.

maretak

Aan een oud schooltje verrast me een levensgrote olifant.

olifant Berg

Het is een werk van Zephyr’s Lodge, een bedrijf dat zich al jaren toelegt op replica’s van mensen en dieren. Even verderop ligt zelfs een heuse potvis. Hongerig gromt mijn innerlijke Ahab.

potvis Berg

Het is nog steeds prachtig stappen hier in het veelal onverharde groen, dat ik deel met pelgrims uit eeuwen geschiedenis.

Berg
Camino / GR128

Bijna in Tongeren begint er toch wat te schuren. Gelukkig is het niet ver meer.

BLAARSTRAAT

Ik moet alleen nog natuurpark De Kevie door, waar er na een stille, eenzame dag voor mij te veel wandelaars zijn. Dat is wel vaker zo naarmate je dichter bij centra komt, en het zit me dwars dat dat me stoort. Alsof ik er het alleenrecht op zou hebben te genieten van de goede lucht, de loverpracht, de spiegelzilveren Jeker…

This is water. This is water. – Het is goed het me af en toe nog eens in te prenten.

langs de Jeker

Via de omwalling loop ik dan het centrum van Tongeren binnen, waar de Onze-Lieve-Vrouwe-basiliek haar status van UNESCO-werelderfgoed alle eer aandoet. De kerktoren is een van de vele belforten die ons land rijk is: een uniek vermenging van het wereldse met het religieuze.

Onze-Lieve-Vrouwebasiliek

En dan, onvermijdelijk, op het plein voor de basiliek, groet ik Ambiorix als een oude vriend. Horum omnium fortissimi sumus … een mens mag dromen.

Ambiorix / Onze-Lieve-Vrouwebasiliek

Een prachtige etappe, en eens helemaal buiten mijn normale ruimtelijke beleving. Limburg ervaar ik altijd als heel anders dan ‘mijn’ West- en Oost-Vlaanderen, echt als buitenland. In die zin zijn Grote Routepaden als deze GR128 een grote verbinder. Ik keer hier zeker terug.