GR12 | OLV-Waver – Muizen | 16.04.21

GR12

Als laatste etappe van onze driedaagse (deel 1, deel 2) was oorspronkelijk het traject Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Mechelen gepland, maar daar mijdt de GR12 het hoofdstation, en als toegift aan mijn twee flinke stappers besluit ik één en ander in te korten: onze trip eindigt aan het station van Muizen. De verbindingen huiswaarts zijn goed van daaruit, en ach, waarom ook niet. In totaal doen we 3,5 uur over de ruim 15 km.

’s Ochtends moeten we eerst nog het appartement wat opruimen en ons boeltje pakken, maar dat vlot wonderwel, zeker ook dankzij alle geguit en gegrol.

kamp

Anders dan gisteren nemen we een rechtstreekse bus naar OLV-Waver. Die doet het eigenlijke centrum niet aan, maar geen erg: we slaan een parallelle weg in die ons langs het vermaarde Ursulineninstituut leidt. Het is alsof er in het slaperige dorpje een ufo geland is, Hogwarts and all. We passeren de kapel en de school zelf, die erg Engels aandoet, en ook de smeedwerken wintertuin. Het is alruin wat krijst.

Ursulinen OLV-Waver
Ursulinen OLV-Waver
wintertuin Ursulinen OLV-Waver

Zo’n verzonken bakstenen gevel is nieuw voor me. De techniek verleent het gebouw een heel eigen karakter.

Ursulinen OLV-Waver

Een steenworp verder vereeuwigen we ons in het pronkvenster van snackbar FAMILIE FRIET. Tegen de gevel leunt een van honderden gouden vuilniszakken die het grondgebied van Sint-Katelijne-Waver sieren. Couleur locale komt, zo blijkt nog maar eens, in vele geuren en meuren.

familie friet

Op het dorpsplein slaan we opnieuw proviand in bij Bakkerij Op de Beeck, en dan heet het richting Mechelen.

wegwijzer OLV-Waver

Maar we zijn nog maar pas vertrokken of een voortuintje tjokvol alpaca’s noopt alweer tot stilstand. Blijkt dat alpaca’s om te plassen in lichte spreidstand gaan. Wij drietal vergapen ons zonder gêne. De peripatetische school in de praktijk.

alpacats

De hemel is wattig, het licht nu eens fel, dan weer gedempt.

serre + wolken

Uit een minibibliotheek neem ik na wat aarzelen een Chomsky en een Gordimer mee. Niet de auteurs die ik hier verwacht had aan treffen. Mijn pak wordt weer wat zwaarder.

littlefreelibrary

In deze streek struikel je over de serres, die opgaan in de witte hemel.

serre

Als wat later de hemel openblauwt wil het muizel graag poseren naast een koolzaadveldje. Plots ademt alles weer lente.

muizel
lente

We lopen het Peultebos in, waar ieder obstakel becaprioold wil worden.

Peultebos
Trui
Eli

De samenvloeiing van twee beekjes herinnert er aan die van de Blauwe en de Witte Nijl. Geen idee wat er loos is / wat er geloosd is. Opvallend is de kleurdeling in ieder geval.

geel water?!

Op het grondgebied van Bonheiden laven we ons aan een tafereel van moeder-de-ooi met lam. Het prille diertje heeft nog een eindje navelstomp en verschuilt zich schuchter achter de wollen muur. Ook de kinderen roept het thuisfront.

lam

Op een bankje nemen we het middagmaal. Met bepoederde snoet tracht mijn tweetal afgeworpen takken weer aan te hechten. Een gedoemd voornemen, maar ideaal ter bundeling van de opgedane krachten. Ik laat betijen en kom even op adem van de zware rugzak.

koffiekoeken
tak weer aan boom vastmaken

We scheppen wat schaduw in het moerassige Krankhoevebos.

Krankhoevebos

In een statige dreef leidt middelman de weg.

Bonheiden

Tussen de weilanden ligt de moderne Abdij van Bethlehem, waar vroeger redemptoristinnen en vandaag benedictinessen huizen. Een tunica-oase waar niets zich roert.

Abdij van Bethlehem

Omdat het muizel ineens wel heel zwierig stapt, besluit ik tot een #pawpatrol-parodie, waar het gewillig aan meewerkt. Spaß muss sein.

Het laatste stuk natuur van onze tocht is het Mechels Broek, dat we in stijl schampen – we buigen af om naar Muizen door te trekken.

Mechels Broek

Ook hier pokdalen bunkers het landschap.

bunker Mechels broek

De Sint-Romboutstoren zullen we vandaag niet van dichterbij zien.

Rombouts

Aan de wandelboom verlaten we de GR12 en volgen we een eind de Streek-GR Dijleland tot aan de brug van de Muizenhoek.

wandelboom
Muizenhoek

Het duurt erg lang voor we de toegang tot het perron vinden, maar uiteindelijk zijn we er. Uit een verfrommeld cellofaan wordt een overgebleven nestje muisjes opgevist, speciaal voor deze gelegenheid bewaard en nu van hand tot hand gereikt. Een droge klik, en het is voorbij.

Muizen

De drie dagen met deze twee spoken zullen beklijven, maar voor nu heet het no más, no más.

Muizen

Van het Rattengangeske tot in Muizen: deze queeste is volbracht.

Meer foto’s:

serre

GR12 | OLV-Waver – Lier | 15.04.21

GR12

Wandelen met kinderen betekent middenwegen zoeken. Met flink wat kilometers in de benen is een kortere etappe als tweede luik van onze driedaagse aangewezen. 13 km geeft het topogidsje aan, van het oude plaatsje Onze-Lieve-Vrouw-Waver terug naar Lier. We nemen ’s ochtends de bus om in de namiddag niet voor verrassingen te staan – een beschimmeld idee, blijkt later. In totaal stappen we ruim 3 uur over de toch bijna 15 km.

Voor nu en straks slaan we in Onze-Lieve-Vrouw-Waver op het driehoekige dorpsplein leeftocht in. Zo volumineus verpakt is het assortiment koeken dat ik er een plastic tasje bij vraag, dat ik na een eerste smikkelronde aan mijn dagrugzak knoop.

OLV-Waver

De suikerrush doet de onderlinge genegenheid pieken.

langs het Vossenbergbos

Met vereende krachten laten we op verzoek al meteen een paard met rust.

PAARD GERUST LATEN !!!

We lopen door het Vossenbergbos en de Brede Zijpe, beide deel van wat ooit het Waverwoud was. Een trio woerden doet wat woerden doen zo vroeg in het seizoen: studentikoos samenhokken, samenzweerderig somberend op de donkere meren van het jonkmanleven. Voor de vrouwtjes is er nog tijd.

Brede Zijpe

Het is nog vroeg in de lente, en fris loof laagt zich op oud groen. Broer en zus lopen naar een dichtgespijkerde hut als in een grimmig sprookje. Knibbel knabbel knuisje, wie eet daar uit het vuistje?

Brede Zijpe

Achter de bomen verschuilt zich Fort Koningshooikt, in 1914 door het oprukkende Duitse leger in brand geschoten en geëvacueerd. Intussen is het animo weer op zijn normale lage peil gezakt, en ballonnetjes om een ommetje te maken worden lek geprikt. Ach ja.

Brede Zijpe

Op het einde van het Witte Relenspad neem uiteraard alleen ik het saaie sas.

Trui / Brede Zijpe

In het gehucht Beukheuvel vergezellen ons twee katten: een zwarte ligt verscholen in het hoge gras, een gehavende siamees loert ons toe uit haar ene goede oog. Interacties.

poezebeesten

We passeren ook tal van bunkers uit de KW-linie, van Koningshooikt tot het Waalse Waver, een van de gordels die België in WW2 voor de Duitsers moest beschermen. Allemaal vergeefs.

KW-linie

De lucht dreigt. Wolken pakken samen.

serre

Intussen is het voornamelijk verhard stappen, langs en over de Hage- en de Itterbeek. Ik ben allang blij dat er af en toe wat kleine variaties te bedenken vallen: zelfs een kasseistrook naast een gracht is een godsgeschenk. Steeds schoorvoetender schuifelt het vooruit.

kasseistrook

De zon wedijvert met de wolkendeken. Zilver en geel bijten zich in ons vast.

contrasten

Over een stuk privégrond gaat het verder, en in de verte lonkt Lier.

GR+BUNKERPAD
Lier

Met het doel in zicht is elk veld een veld te veel, botst elke akker op gesakker. Bokkig verdwijnen handen in zakken. Ook onze linie breekt.

akker
beu

In verpreide slagorde kruisen we het Netekanaal.

Netekanaal

De laatste loodjes wegen op het gemoed. Niets saaier om af te stappen dan een jaagpad – daar had ik bij de planning rekening mee moeten houden. Op een bankje zijgen ze neer; ik houd wijselijk een moment afstand.

neerzijgen langs het Netekanaal

Hierna volgen we de Kleine Nete. Zaak is de verharde ondergrond zo avontuurlijk mogelijk te maken, voorwaar niet simpel. Gelukkig neemt middelman het voortouw, en het muizel volgt.

Anderstad

De zwaluwen zijn teruggekeerd, en zij niet alleen… Tussen het kanaal en Lier ligt het natuurgebied Anderstad, thuis voor tal van vogelsoorten, onder andere de visdief. Maar ik ken er zelf te weinig van, en het gezelschap sleept me verder.

zwaluwen
visdiefeiland

De rek is er helemaal uit nu.

pain

In het Stadpark dring ik aan op een klassieke broer-zus-foto op een morantisch boogbrugje, die me met tegenzin wordt toegestaan.

stadspark

Het voorlaatste highlight is het Begijnhof van Lier, Unesco-werelderfgoed. Het is er even prachtig als in Kortrijk, Gent, Leuven, Brugge. Stemmiger wordt het zelden in Vlaanderen.

begijnhof Lier
begijnhof Lier

Er is ook een kruisweg op rijm die me erg aanspreekt. Daerom klinkt het van hun lippen / Simon, help dien Man in ’t gaen. Heerlijk. Van de taal alleen al knapt een mens op.

begijnhof Lier
begijnhof Lier

Ik laat het muizel nog snel poseren aan het Hemdsmouwken, het nog geen meter brede brandstraatje waar Felix Timmermans’ Juffrouw Symforosa woonde, het begijntje dat als een blok viel voor Martienus de tuinier, die – zonder weet van haar gevoelens – monnik besluit te worden. ’t Is al kommer dat kwelt.

Hemdsmouwken / begijnhof Lier

En dan komen we bij het echte symbool van Lier, de Zimmertoren. In de middeleeuwen was de ‘Corneliustoren’ nog deel van de stadsomwalling, maar mettertijd raakte hij volledig in verval en was hij voor de sloop bestemd. Begin vorige eeuw kreeg de bouwval ter gelegenheid van 100 jaar Belgische onafhankelijkheid echter een facelift-met-astronomisch-uurwerk, de Jubelklok, ontworpen door Louis Zimmer en geïnstalleerd door vrijwilligers. Wonderschoon, en een waardige afsluiter van deze tweede dag.

Zimmertoren

Op het appartement lassen we wat rust in. Het knutselmuizel gaat met kraaltjes aan de slag, en intussen maak ik spaghetti. Het doet goed even op adem te komen.

kraaltjes

Later op de avond, als onze grote borden wat gezakt zijn, trekken we nog even de stad in, en raak ik aan den drink, gelukkig zonder veel erg…

Aan den Drink

Op naar morgen!

Meer foto’s:

Zimmertoren

GR128 | Pittem – Deinze | 18.03.21

GR128

Op een gure donderdag in maart kunnen mijn klassen met uitgewerkte leerpaden aan de slag, en een ambulante zoomsessie zal de middagvergadering wel opvangen: een eigenhandig gunstig gestemd gesternte voor een lokale voettocht. Ik vertrek van thuis uit met de fiets richting Pittem, om door eigen streek richting Deinze te trekken. Over de 33 km doe ik in totaal 6,5 uur effectief.

Op zich zit het weer niet mee. De hemel kleurt migrainewit, en ik heb het gevoel in de melkglazen beschermkap van een tl-lamp te turen. Een zonnebril heb ik op deze miezerdag domweg niet bij. Anderzijds is dit vuil-vale licht ook een spiegel van de ziel. Ik doe het ermee.

Pittem
self

Achter de N50 liggen de akkers er nog doods en verzopen bij. Het wintert nog net, en eindeloze witte plasticzeilen lijken te elfder ure nog een ersatzkerst te ambiëren. Sneeuwblind haast beweeg ik me van markering tot markering door dit areaal van varkensboer en aspergekweek.

akkers
20210318_111546
gr-markering
wit wit wit

Over de horizon hangen sluiers regenmist; de lucht ruikt naar zompe zoden. Dit is mijn streek, en het wringt me dat ik hier op de buiten zo weinig kom op dagen als deze. Een voornemen.

regensluiers

Een boer kijkt toe hoe een krat in een gracht is gekukeld. Hulp is onderweg – van een boerenstee verderop kruipt een remorque dichterbij.

boer met krat

De somberheid doorbrekend kondigen een tros narcissen en een trio boombloesems de lente aan.

bloesems

De silo’s van een varkensboerderij willen een eigen streek-GR vormen. Gek toch dat de Leie er nog geen heeft, eigenlijk, terwijl er zo veel oude armen en natuurgebieden zijn. Andere GR’s volgen hier en daar stukjes van haar loop, dat wel, maar een eigen internationale langeafstandroute van bron tot monding zou toch mooi zijn.

gr

In de verte prijkt een breukstenen toren: de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Tielt, de stad waar ik mijn middelbare school afsloot, vandaag een uitgelopen vlek ver aan de einder.

Tielt

Het duurt niet lang of ik bereik de top van de Poelberg, waar ik naast Bernadette inhoud aan de lourdesgrot. Ook dit is bekend terrein: in de afspanning ernaast hielden we nog niet zo gek lang geleden een familiereünie.

Poelberggrot

Een oord van schrille devotie is het. Veeleer toepasselijk gaven anonieme onverlaten de frommelige spandoekmaria psychedelisch verwijde pupillen.

Poelberggrot
Poelberggrot

Afdalend naar Aarsele passeer ik de Poelbergmolen, hier in bedrijf sinds de 17de eeuw, en slechts minimaal beschadigd tijdens de wereldoorlogen. Op een van de weegbanden (de schuin opstaande balken aan de voet) staat sinds 1726 te lezen: 

BESCH / ERM GOEDT VOOR ALLE / LIEN
DAN WORT GHY / GERREN GHESYEN /
EN ALS GHY HYER / VERLIEST HET LE / VEN
GODT SAL V/ DEN HEMEL GHEVEN /
EN MARIA MET VER / LANGHEN
SAL V / IN HAR RYCK ONT / FANGHEN.

Welaan dan. Ik weet me veilig.

Poelbergmolen
Poelbergmolen

Aan de voet van de heuvel, op het grondgebied Dentergem, liggen het relatief recente Meikensbos, dat het in de loop der eeuwen versnipperde Dendrombosch deels in ere herstelt. Een jong domein dus, maar met potentie. Ik wandelde er eerder al eens in de zomer, en met z’n 50 hectare is het afwisselend genoeg om een poos in rond te dwalen.

20210318_135539
Meikensbossen
Meikensbossen

Op een kluitje naast een loods verschuilen zich uit de wind drie pinguïns. Natuurlijk gedrag, zo ver van huis.

pinguïns

De hemel kleurt nog steeds dramatisch loodwit en zilver op tin en staalgrijs. De flapperende serrezeilen doen me ergens aan denken, maar ik krijg er de vinger niet achter. Iets scifi, als het biosphere-experiment, maar toch net wat anders. Ik blijf het antwoord schuldig.

wit : grijs

Zeker ook in deze contreien lijdt de HEER.

20210318_144544

Door de velden gaat het richting Wontergem, de grens tussen Oost- en West-Vlaanderen tegemoet.

veldwegel

Het is altijd een genoegen als de GR ongemarkeerd doodlopende wegen inslaat: in de regel steven je dan af op een onverhard stuk.

doodloopt

Dit is een kruispunt – vanaf de wandelboom lopen de GR128 en de GR129 een kilometer of wat samen door de dorpskern en langs de spoorweg.

bordjes

In die dorpskern breng ik hulde aan de in Wontergem geboren flandrien Lucien Buysse, nu bijna een eeuw geleden eindwinnaar van de Tour de France in 1926.

Lucien Buysse

Een verlaten loods stamt op het oog ook nog uit die periode; in ieder geval is de tijd er blijven stilstaan.

hangar

Met ogen van bloed staart een ransuil me na. Mensen en hun voortuinen…

uil

Onverhoeds passeer ik een hekwerk vergeten opgeknoopte coronaknuffels. Wat ooit een hartverwarmend idee leek doet na een natte winter meer denken aan de gekruisigden langs de Via Appia na de Spartacusopstand. Hier vloeien ’s nachts vast pluchen tranen.

covidknuffels

Op een vlonderpad gaat het door een bescheiden strook natuur. Het door het zich terugtrekkende Belgische leger opgeblazen spoorwegbrugje over de Vondelbeek werd door de Duitsers gelukkig fotogeniek heropgebouwd.

vlonderpad Grammene
Vondelbeek brugje
vlonderpad Grammene

Aan het kerkhof van Grammene doet een knothaag een best geslaagde impressie van de vredeseilandenmannetjes.

Grammene

‘Nooit meer oorlog’, maant ook een kunstwerk naast het ondulerende kwik van de Oude Leiearm.

NOOIT MEER OORLOG
Oude Leie
Grammene

De zonnige wilgenkatjes en een AKWA-dispenser zorgen voor vrolijker noten.

wilgenkatje
AKWA

Het is zowat kilometer stappen door het groen naar de Lorenzobrug, een knappe vierendeelbrug (een Belgische techniek – zo een was het die Streuvels’ Waterhoek teleur deed gaan) met na protest tegen de geplande bouw van een klinknagelloze betonbrug nog steeds een oversteek voor fietsers en voetgangstas.

Lorenzobrug Grammene
Lorenzobrug Grammene
Lorenzobrug Grammene

Daarna gaat het onverhard verder langs de Leie, tot het weggetje uitgeeft op het jaagpad, en je het centrum van Deinze binnenloopt.

langs de Leie
VISSER PAS OP

Mijn trein is op komst, dus er is weinig tijd om veel rond te kijken. Alleen het wondpleisterblauw van een centrale loods wil ik vastleggen.

blue box

Het nabije, semi-vertrouwde herbergt altijd weer verrassingen, blijkt steeds opnieuw. Dit voor sommigen misschien nietszeggende stuk Vlaanderen moet helemaal nergens voor onderdoen. Dus allen: komt dat zien.

Meer foto’s:

uil

   

GR5A | Houtem – De Panne | 29.12.20

GR5A

Op een van de laatste dagen van het aflopende jaar is middelman verrassend bereid tot een (wis en waarachtig!) korte etappe op de GR5A. In 4 uur effectief, gezien de ondergrond best knap, lopen we de 18 km van Houtem naar De Panne, vanwaaruit de kinderen en ik eerder al naar Nieuwpoort trokken.

Net zoals vorige keer rijden we naar bezoekerscentrum Duinpanne. Op dit vroege uur staan we op de uitgestrekte parking zoals vanouds moederziel alleen. Toch gek dat zo weinig mensen er ’s ochtends al opuit trekken, terwijl je dan net de drukte voor bent, en het licht zo ongelooflijk mooi is. Een kort stukje wandelen dan, en de Belbus pikt ons op.

Bezoekerscentrum Duinpanne

Met open armen worden we in Houtem ontvangen.

welkom in Houtem

De massieve Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk zien we zich nog een hele tijd koesteren in de opgaande winterzon.

Houtem
Houtem

In dit vlakke land, deels enkele meters onder zeeniveau, liggen de akkers er verzopen bij. Zoals in de hele polderstrook hebben wolken en wind hier vrij spel.

Houtem

Een uur lang omtrekken we de zendmast die de skyline domineert. Verkeerdelijk ga ik uit van een telefonietoren, maar later lees ik dat hij oorspronkelijk diende in de Koude Oorlog, en ook dat hij in 2021 door de Belgische Staat per opbod verkocht werd voor maar liefst 5 miljoen euro. Welke gek hoest zo’n bedrag op voor een bouwvallig gevaarte als dit? Jump Trading, zo blijkt, een Amerikaanse flitshandelaar die hiermee de afstand tussen de beurzen van Frankfurt en Londen zo kort mogelijk wilde houden. Hightech-neokapitalisme bachten de kupe.

Zendmast Jump Trading Houtem

Op kaarsrechte wegen lopen we het poldergebied De Moeren / Les Moëres in, waar het oude moeraslandschap vanaf de 17de eeuw in verschillende fasen, na meerdere dijkbreuken en ten slotte de inundatie van de IJzervlakte, in 1950 voorlopig definitief werd drooggelegd.

De Moeren
Les Moëres

Kilometers lang loopt de GR hier pal op de grens.

Grensstraat

Een eerste stuk is nog verhard, maar dan is er zo ver het oog reikt alleen slijk. Avontuur puur.

De Moeren
De Moeren

We balanceren op de paar zoden die wat stevigheid bieden en klampen elkaar vast, maar voor middelman, die met sportschoenen onderweg is, vallen natte voeten niet te vermijden. Mijn voorziende geest wel een reservepaar kousen in de rugzak gestopt, en met mijn sjaal als handdoek is het ergste leed gelukkig al snel geleden.

natte sokken

Links en rechts van de grens speur ik naar noemenswaardige verschillen, maar hier zijn die er niet. Grijzig en blank ligt de klei aan weerszijden, met slechts een handvol verspreide bomen die de wind enigszins temperen.

Frans veld
Vlaams veld

Eentonig wordt het nooit: steeds weer zijn er overwiekende zwanen en grote zwermen kleinere vogels, op kijkafstand slaat ons een troep reeën gade, en er is natuurlijk de weg zelf, die hier meer dan ooit het doel op zich wordt.

De Moeren
De Moeren

Vlak voor de E40 kruisen we een van de grote landerijen hier, het Groot Moerhof, met in de achtertuin een oorlogsbunker. We zijn onder de indruk.

Bunker bij het Groot Moerhof

Heel even lopen we een eindje Frankrijk in, waar Camping Le Ringsloot een en al sfeer en gezelligheid ademt. Daar zijn onze zuiderburen ware keien in. Interessant is wel de naam: die verwijst naar de afwateringslus die het hele gebied omspant.

Camping Ringsloot

En dan zijn er de Duinen van Cabour, een van de best bewaarde fossiele duingebieden van West-Europa. In dit uitgestrekte gebied lag tijdens WW1 een Belgisch militair hospitaal, waar in 1915 Marie Curie in eigen persoon de radiologie-uitrusting kwam installeren. Nu lijkt het Waterschapsheuvel wel, en heerst er vrede.

de Duinen van Cabour
Kasteel-Hospitaal Cabour
Peace

Achter het domein lopen we nu echt richting kust.

Adinkerke

We dwarsen de verbindingsweg en de Veurnevaart, en komen dan aan in het laatste gebied van vandaag, het natuurreservaat De Westhoek.

Vlaanderen / Vlaanderen / West-Vlaanderen / Adinkerke
Natuurreservaat De Westhoek

Er zijn duindoorn, pittige hellingen en vergezichten, maar middelman houdt het inmiddels wel zo’n beetje voor bekeken. Jammer, want dit is een van de ruigste stukken kust die de GR te bieden heeft. Tussen alle bruinen, gelen en groenen, en onder de dreigende lucht, voel je je ondanks de andere wandelaars even alleen.

duindoorn
Natuurreservaat De Westhoek
Eli

Op en af gaat het, diep de duinen in.

Natuurreservaat De Westhoek
Natuurreservaat De Westhoek

Als dat de sfeer van de Sentier du Littoral is, dan moet die op mijn lijstje. Voor als het ooit weer mag.

GR-wandelboom

We schampen nog Plopsaland, en door het Calmeynbos lopen we de laatste meters. Eindbestemming: De Panne.

Het is mooi geweest, jazeker, maar vooral gewoon mooi – wat mijn compagnon de route, nadat de inwendige middelman versterkt is, toch ook beaamt.

Nog foto’s, met onder meer méér middelman:

De Moeren

GR5A | Sluis – Brugge | 26.12.20

GR5A

In het holst van de langste nacht van het rampjaar 2020 sta ik op voor een tocht waar ik erg naar uitgekeken heb: van het Nederlandse Sluis naar Brugge. Deze officieel eerste etappe van de GR5A wandel ik tegen de klok in. Zo heb ik aan het eind van de dag geen gedoe met vervoer, en krijg ik de zonsopgang te zien onbelemmerd door bebouwing. Over de 29 km doe ik uiteindelijk 6,5 uur effectief.

Het is nog aardedonker als ik in het busstation van Brugge twintig minuten op de bus moet wachten. Het vriest dat mijn botten kraken. Kleumend loop ik op en af, drink nu al wat snel lauw wordende thee. Waar ben ik aan begonnen?

busstation Brugge

In Sluis zelf laveer ik langs een pakjesberg naar de bakker, de enige zaak die open lijkt. Ik laaf me aan de warme geuren en ga voor lokale lekkernijen. In deze ijskast kan ik wel weg met een paar extra calorieën.

pakjestijd Sluis

Aan de Kaai groet ik het borstbeeld van Johan Hendrik van Dale. Hij stierf op zijn 44ste aan de pokken, maar zou zich anders allicht hebben doodgewerkt: ‘Geen oogenblik liet hij verloren gaan; ledig zijn was hem een straf’, tekende een van zijn vrienden op, die er bij de ingeboren schoolmeester, archivaris en lexicograaf vruchteloos op aandrong toch ‘ten minste dagelijks een uurtje te wandelen’. Hij ‘kón letterlijk het werken niet nalaten’ – géén lichtend voorbeeld dus.

JH v DALE

Ik schud hem van me los en krui het pad af, geregeerd door de vorst die hof houdt in mijn gewrichten. Zo hard trillen mijn handen dat ik moet koekhappen, met minder treffers dan missers. Het gewonnen beetje energie staat in geen verhouding tot de inspanning. Het gemis van handschoenen, en mijn steeds gevoellozere vingertoppen – lichaam zijn, en leven.

Intussen zie ik nog steeds amper een handbreed of twee voor ogen. Ik geef de schemering vrij spel, en vermijd in het schaarse lamplicht te kijken, totdat laag voor laag het gloren de populieren van de Damse Vaart overgiet.

Damse Vaart

Ter hoogte van Lapscheure kondigt een bordje het kabelveer aan.

KABELVEER

Kobus heet dat pontje, met een zwengel die behoedzaam de kabel afkruipt. Ik neem mijn tijd – geen ziel wacht hier, en ik wil met volle teugen genieten. Dít blijkt wat ik nodig had. Even word ik heen- en weerwolf, en ik huil.

Kobus / Damse Vaart

Aan de overkant voeg me op het eigenlijke GR-traject: het pad achter me was aanloop slechts. Onverhard gaat het verder richting zuiden. Kauwen krijsen in de toppen. Ik ben onder vroege vogels.

Damse Vaart

Aan de horizon daagt het. Terwijl ik Hoeke doorstap, verblindt de slome vuurbol me.

ochtendlicht

Op de Krinkeldijk, niet eens zo ver van de Bloedputstraat, heb ik daardoor geen oog voor het ook hier alom loerende gevaar. Ik mag van geluk spreken: het is maar een afwaaiende tak en geen omvallende boom. Al bij al een meevaller.

OPGEPAST VOOR AFWAAIENDE TAKKEN

De weg waarop ik loop is eeuwenoud. Sinds de 12e eeuw is dit gebied ingepolderd, en de grachten en slaperdijken zijn stille getuigen van de gestage overwinning op het overstromingsgebied.

Krinkeldijk

Even waan ik me al in Damme, maar het is het pittoreske Oostkerke dat me verrast. De afgetopte Sint-Quintinuskerk domineert het nog dommelende dorpje.

Oostkerke

Niet veel verder kom ik aan bij het gehucht De Siphon. De naam verwijst naar een waterbouwwerk dat het peil van de Damse Vaart stabiel hield – een waterdoorgang leidde het Leopoldkanaal en het Schipdonkkanaal onder het kanaal door, zodat de waterhuishouding strikt gescheiden kon blijven. De complexe hevelinstallatie werd helaas onklaar gemaakt door Duitse (WW1) en Franse (WW2) genietroepen, en daardoor is er nu geen binnenscheepvaart meer mogelijk is tussen Brugge en Sluis.

De Siphon
bij De Siphon
Damse Vaart / De Siphon

Op de oever ligt ook de archeologische site van het Verbrande Fort, een vroeg-18de-eeuws bolwerk uit de Spaanse Successieoorlog, waarvan ik er eerder al enkele tegenkwam in de buurt van Axel.

Het Verbrand Fort

Kort voor Damme dan toont een bolle spiegel het leven zoals het is (sic).

SIC

Ik loop voorbij de omwalling het centrum in.

stadswal Damme
Damme

Voor het stadhuis overschouwt Jacob van Maerlant zijn laatste rustplaats. Die scoenste stede / die es onder den hemel mede / bede bi berghe ende bi landen / uut alre wandelinghen ghestanden. Ik weet erg weinig over de man en zijn werk, en neem me voor dat hiaat te vullen.

Jakob van Maerlant

Overal is er poëzie hier. Op een deur geeft Herman de Conick goede raad: Je moet niet alleen, om de plek te bereiken, / thuis opstappen, / maar ook uit manieren van kijken. Daar zit inderdaad de sleutel.

Er is niets te zien en dat moet je zien

En op het dak van Stichting IJsberg roekoet voor Leonid Tishkovs installatie ‘Private Moon’ stom een vlucht bonte duiven. Een strofe uit een gedicht van Vasalis, te lezen op een bordje verderop, doet het tafereel recht: Ik liep te kijken in de korte stille straat / en zag de duif, de kleur van onweer op zijn vleugels / en poten roze als de dageraad.

Private Moon / Stichting IJsberg

Aan de voet van de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk trotseer ik alweer koen het nu brokkelend gevaar. Ditmaal ben ik wel bij de pinken.

GEVAAR / Damme

Achter Damme dan bereik ik al snel het grondgebied Brugge.

Sint-Kruis

Mijn gpx-kaartje en de markeringen komen niet helemaal overeen, en mijn verzoeningspoging slaagt slechts ten dele. Te lang blijf ik hangen op het jaagpad, wat me danig op de heupen werkt. Ik ben dan ook blij als ik eindelijk het Kanaal Gent-Brugge oversteek en de stadvariant aanvat.

relingfretters

De route volgt een eindje de oude omwalling, waar een aantal molens werden gereconstrueerd.

Sint-Janshuismolen

Een ogenblik houd ik halt bij het sterfhuis van Guido Gezelle.

✞ Guido Gezelle

En ik moet lachen om de knulligheid van het Heilig kruis: het alziend lodderoog, de tastende dienstmeid, en Golgotha als knekelkluit. Maar ook het begeleidende vers mag er wezen: Dit hout gesneden beeld als beeld aenbidt men niet / Maer wel den God van wien men hier het afbeeld ziet / Niets weerdiger als het Heilig Kruis / Want ’t is de schroom van ’t helsch gespuis. Welaan dan.

HET HEILIG KRUIS

Ik liep wel al vaker door Brugge, maar deze buurt is nieuw voor me. De filigraine toren van de Jeruzalemkerk bijvoorbeeld had ik nog nooit gezien.

Adornesdomein

Ervoor wappert fier de vlag van Brugge: een klimmende leeuw van azuur, getongd en genageld van keel, op acht dwarse balken van zilver en keel. Een schrille, jonge vlek in dit bedaagde kader.

Achter de ramen van van het Stedelijk Museum voor Volkskunde staan er helemaal in het seizoen kerststallen uit alle hoeken van de wereld. Vooral deze Guineese interpretatie met platgeslagen Jezus spreekt me aan.

kribbe

Het is in mijn hoofd als met de tijd: ALLEEN DE SCHADUW SLUIPT VERDER.

ALLEEN DE SCHADUW SLUIPT VERDER

Klokjes kan men vangen – de wegtikkende uren niet.

de tijd gevangen?

Door corona is het nog veel meer dan anders Brugesla-morte. De horeca is nog steeds potdicht, en het anders stemmige gewemel blijft grotendeels beperkt tot de landstalen. Een flard Russisch, Spaans, meer niet. Ondanks de vrije dag is er is amper volk op de been. Het is niet fijn voor wie er zijn brood mee verdient, en het is té, maar leger vind ik de stad wel aantrekkelijker. Waar zoal er een hoek van de ansichtkaarten is, valt beter op als je de ruimte krijgt.

Augustijnenrei
vet rare jezus
raam

Voor de Onze-Lieve-Vrouwkerk, op de binnenkoer van het Sint-Janshospitaal, wisselen de twee monniken van Octave Rotsaertels ‘Pax tecum’ een vredeskus. In tijden van contactarmoede bekruipt me bij de innigheid ervan zowaar enige jaloezie.

"De Pax" van Octave Rotsaert

Overal is het religieuze leven aanwezig, ook al verwijst het vaak naar de dood: o Mensch Keert u tot Godt / Want Sterven is u Lot. Ik hou het indachtig.

o Mensch Keert u tot Godt / Want Sterven is u Lot

En dan ben ik bijna weer aan het station.

wandelboom

Ik passeer de befaamde wandelboom die het begin van de GR129 markeert, Dwars door België, en stap flink door. Nu duurt het niet lang meer of mijn trein komt eraan, en rennen na 30 km, dat lukt niet meer.

Wat een dag, wat een indrukken. Het smaakt nog steeds naar meer.

Nog foto’s:

Damse Vaart

GR5A | Aalbeke – Avelgem | 20.06.20

GR5A

Met het officiële topogidsje in de hand begin ik aan de GR5A met een tocht van Aalbeke naar Avelgem, samen iets meer dan 21 km.

Aalbeke, een deelgemeente van Kortrijk, is zowat het dichtste punt bij mijn huis in Harelbeke, dus lijkt dat me een ideale eerste etappe. Er rijden wel bussen heen, maar omdat we vandaag in de buurt moeten zijn dropt mijn vrouw me aan de Hoogmolen. Van daar trek ik het glooiende landschap richting Schelde in.

Hoogmolen Aalbeke

Het grootste deel van de route gaat door de velden, soms op kleine wegelingetjes, die vaak ook verhard zijn. Zeker rond Bellegem zijn er daar best wel wat ook deel van de wandelknooppuntenroute in de streek.

Tussen Aalbeke en Bellegem

Onderweg kom ik op zeker moment wat schapen tegen. Omdat schapen altijd een beetje meh zijn, hier wat bewijsmateriaal:

Zwart schaap
Het zwartste schaap dat ik kon vinden

Fijn is ook de far-west-optuiging rond het kerkje van Rollegem, waar de frontiergedachte van Zuid-West-Vlaanderen een totemeske invulling krijgt:

Far west

Al het kindergekraai van het speelplein aan de kerk noopt me tot een kwaadwillige selfie:

De Kindervriend

Even verderop heeft een boer een berg hooi of bieten of afval of zo bedekt met een oudgeel doek, dat wonderwel contrasteert met de lucht.

blauw / geel

Een bijzondere plek vind ik de doorsteek onder de E403, waar er fotogenieke graffiti te vinden is. Ik kan het niet laten er even verpozend bij te poseren:

WEES BLIJ WEES VRIJ
I've a feeling we're not in Kansas anymore

Na Bellegem gaat het landschap steeds meer op en neer. De route loopt tussen de velden en weilanden.

Argendaalpad
Tussen Bellegem en Avelgem
Tussen Bellegem en Avelgem

Een van de highlights onderweg (althans volgens het gidsje) is deze Molen Ter Klare, gelegen op het hoogste punt van Zwevegem (76m). Vernietigd door de Duitsers in WW2, maar heropgebouwd. Nu ja, een molen.

Molen Ter Klare Zwevegem

Ik passeer ook Restaurant Muishond, waar ik wat onnozeliteiten niet kan laten. Schaamtelijk is wel dat de bazin me blijkbaar bezig heeft gezien.

Even later bereik ik het Orveytbos in Zwevegem, een plek die ik wel ken van het hardlopen (een route die ik af en toe neem, passeert erlangs), maar die ik nog nooit heb verkend. Heerlijk vertoeven daar, ook voor de lunch.

Orveytbos

Na het bos volgt een natuurgebied langs een oude spoorwegbedding – de Spoorzate. Hier en daar liggen er voor modderiger tijden balkjes op de grond en biedt zich aan de muren poëzie aan.

Spoorwegzate, Zwevegem
denkkronkels snoeien

Wat verderop had een kunstzinnige onverlaat een zitplek in een tulp veranderd:

banktulp

De etappe eindigt met enkele kilometers van een fietspad dat kaarsrecht de oude spoorlijn volgt. Wel mooi van landschap, maar te eentonig als afsluiter. Er lijkt gewoon geen eind aan te komen.

Oude spoorwegberm richting Avelgem

Ik ben dan ook opgelucht toen ik het aantal kilometers zie teruglopen:

Avelgem 1.8 km

Eens in Avelgem richting bushalte, en via Kortrijk naar huis:

met de bus naar huis

Alle foto’s:

Molen Ter Klare Zwevegem