GR12 | OLV-Waver – Muizen | 16.04.21

GR12

Als laatste etappe van onze driedaagse (deel 1, deel 2) was oorspronkelijk het traject Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Mechelen gepland, maar daar mijdt de GR12 het hoofdstation, en als toegift aan mijn twee flinke stappers besluit ik één en ander in te korten: onze trip eindigt aan het station van Muizen. De verbindingen huiswaarts zijn goed van daaruit, en ach, waarom ook niet. In totaal doen we 3,5 uur over de ruim 15 km.

’s Ochtends moeten we eerst nog het appartement wat opruimen en ons boeltje pakken, maar dat vlot wonderwel, zeker ook dankzij alle geguit en gegrol.

kamp

Anders dan gisteren nemen we een rechtstreekse bus naar OLV-Waver. Die doet het eigenlijke centrum niet aan, maar geen erg: we slaan een parallelle weg in die ons langs het vermaarde Ursulineninstituut leidt. Het is alsof er in het slaperige dorpje een ufo geland is, Hogwarts and all. We passeren de kapel en de school zelf, die erg Engels aandoet, en ook de smeedwerken wintertuin. Het is alruin wat krijst.

Ursulinen OLV-Waver
Ursulinen OLV-Waver
wintertuin Ursulinen OLV-Waver

Zo’n verzonken bakstenen gevel is nieuw voor me. De techniek verleent het gebouw een heel eigen karakter.

Ursulinen OLV-Waver

Een steenworp verder vereeuwigen we ons in het pronkvenster van snackbar FAMILIE FRIET. Tegen de gevel leunt een van honderden gouden vuilniszakken die het grondgebied van Sint-Katelijne-Waver sieren. Couleur locale komt, zo blijkt nog maar eens, in vele geuren en meuren.

familie friet

Op het dorpsplein slaan we opnieuw proviand in bij Bakkerij Op de Beeck, en dan heet het richting Mechelen.

wegwijzer OLV-Waver

Maar we zijn nog maar pas vertrokken of een voortuintje tjokvol alpaca’s noopt alweer tot stilstand. Blijkt dat alpaca’s om te plassen in lichte spreidstand gaan. Wij drietal vergapen ons zonder gêne. De peripatetische school in de praktijk.

alpacats

De hemel is wattig, het licht nu eens fel, dan weer gedempt.

serre + wolken

Uit een minibibliotheek neem ik na wat aarzelen een Chomsky en een Gordimer mee. Niet de auteurs die ik hier verwacht had aan treffen. Mijn pak wordt weer wat zwaarder.

littlefreelibrary

In deze streek struikel je over de serres, die opgaan in de witte hemel.

serre

Als wat later de hemel openblauwt wil het muizel graag poseren naast een koolzaadveldje. Plots ademt alles weer lente.

muizel
lente

We lopen het Peultebos in, waar ieder obstakel becaprioold wil worden.

Peultebos
Trui
Eli

De samenvloeiing van twee beekjes herinnert er aan die van de Blauwe en de Witte Nijl. Geen idee wat er loos is / wat er geloosd is. Opvallend is de kleurdeling in ieder geval.

geel water?!

Op het grondgebied van Bonheiden laven we ons aan een tafereel van moeder-de-ooi met lam. Het prille diertje heeft nog een eindje navelstomp en verschuilt zich schuchter achter de wollen muur. Ook de kinderen roept het thuisfront.

lam

Op een bankje nemen we het middagmaal. Met bepoederde snoet tracht mijn tweetal afgeworpen takken weer aan te hechten. Een gedoemd voornemen, maar ideaal ter bundeling van de opgedane krachten. Ik laat betijen en kom even op adem van de zware rugzak.

koffiekoeken
tak weer aan boom vastmaken

We scheppen wat schaduw in het moerassige Krankhoevebos.

Krankhoevebos

In een statige dreef leidt middelman de weg.

Bonheiden

Tussen de weilanden ligt de moderne Abdij van Bethlehem, waar vroeger redemptoristinnen en vandaag benedictinessen huizen. Een tunica-oase waar niets zich roert.

Abdij van Bethlehem

Omdat het muizel ineens wel heel zwierig stapt, besluit ik tot een #pawpatrol-parodie, waar het gewillig aan meewerkt. Spaß muss sein.

Het laatste stuk natuur van onze tocht is het Mechels Broek, dat we in stijl schampen – we buigen af om naar Muizen door te trekken.

Mechels Broek

Ook hier pokdalen bunkers het landschap.

bunker Mechels broek

De Sint-Romboutstoren zullen we vandaag niet van dichterbij zien.

Rombouts

Aan de wandelboom verlaten we de GR12 en volgen we een eind de Streek-GR Dijleland tot aan de brug van de Muizenhoek.

wandelboom
Muizenhoek

Het duurt erg lang voor we de toegang tot het perron vinden, maar uiteindelijk zijn we er. Uit een verfrommeld cellofaan wordt een overgebleven nestje muisjes opgevist, speciaal voor deze gelegenheid bewaard en nu van hand tot hand gereikt. Een droge klik, en het is voorbij.

Muizen

De drie dagen met deze twee spoken zullen beklijven, maar voor nu heet het no más, no más.

Muizen

Van het Rattengangeske tot in Muizen: deze queeste is volbracht.

Meer foto’s:

serre

GR12 | OLV-Waver – Lier | 15.04.21

GR12

Wandelen met kinderen betekent middenwegen zoeken. Met flink wat kilometers in de benen is een kortere etappe als tweede luik van onze driedaagse aangewezen. 13 km geeft het topogidsje aan, van het oude plaatsje Onze-Lieve-Vrouw-Waver terug naar Lier. We nemen ’s ochtends de bus om in de namiddag niet voor verrassingen te staan – een beschimmeld idee, blijkt later. In totaal stappen we ruim 3 uur over de toch bijna 15 km.

Voor nu en straks slaan we in Onze-Lieve-Vrouw-Waver op het driehoekige dorpsplein leeftocht in. Zo volumineus verpakt is het assortiment koeken dat ik er een plastic tasje bij vraag, dat ik na een eerste smikkelronde aan mijn dagrugzak knoop.

OLV-Waver

De suikerrush doet de onderlinge genegenheid pieken.

langs het Vossenbergbos

Met vereende krachten laten we op verzoek al meteen een paard met rust.

PAARD GERUST LATEN !!!

We lopen door het Vossenbergbos en de Brede Zijpe, beide deel van wat ooit het Waverwoud was. Een trio woerden doet wat woerden doen zo vroeg in het seizoen: studentikoos samenhokken, samenzweerderig somberend op de donkere meren van het jonkmanleven. Voor de vrouwtjes is er nog tijd.

Brede Zijpe

Het is nog vroeg in de lente, en fris loof laagt zich op oud groen. Broer en zus lopen naar een dichtgespijkerde hut als in een grimmig sprookje. Knibbel knabbel knuisje, wie eet daar uit het vuistje?

Brede Zijpe

Achter de bomen verschuilt zich Fort Koningshooikt, in 1914 door het oprukkende Duitse leger in brand geschoten en geëvacueerd. Intussen is het animo weer op zijn normale lage peil gezakt, en ballonnetjes om een ommetje te maken worden lek geprikt. Ach ja.

Brede Zijpe

Op het einde van het Witte Relenspad neem uiteraard alleen ik het saaie sas.

Trui / Brede Zijpe

In het gehucht Beukheuvel vergezellen ons twee katten: een zwarte ligt verscholen in het hoge gras, een gehavende siamees loert ons toe uit haar ene goede oog. Interacties.

poezebeesten

We passeren ook tal van bunkers uit de KW-linie, van Koningshooikt tot het Waalse Waver, een van de gordels die België in WW2 voor de Duitsers moest beschermen. Allemaal vergeefs.

KW-linie

De lucht dreigt. Wolken pakken samen.

serre

Intussen is het voornamelijk verhard stappen, langs en over de Hage- en de Itterbeek. Ik ben allang blij dat er af en toe wat kleine variaties te bedenken vallen: zelfs een kasseistrook naast een gracht is een godsgeschenk. Steeds schoorvoetender schuifelt het vooruit.

kasseistrook

De zon wedijvert met de wolkendeken. Zilver en geel bijten zich in ons vast.

contrasten

Over een stuk privégrond gaat het verder, en in de verte lonkt Lier.

GR+BUNKERPAD
Lier

Met het doel in zicht is elk veld een veld te veel, botst elke akker op gesakker. Bokkig verdwijnen handen in zakken. Ook onze linie breekt.

akker
beu

In verpreide slagorde kruisen we het Netekanaal.

Netekanaal

De laatste loodjes wegen op het gemoed. Niets saaier om af te stappen dan een jaagpad – daar had ik bij de planning rekening mee moeten houden. Op een bankje zijgen ze neer; ik houd wijselijk een moment afstand.

neerzijgen langs het Netekanaal

Hierna volgen we de Kleine Nete. Zaak is de verharde ondergrond zo avontuurlijk mogelijk te maken, voorwaar niet simpel. Gelukkig neemt middelman het voortouw, en het muizel volgt.

Anderstad

De zwaluwen zijn teruggekeerd, en zij niet alleen… Tussen het kanaal en Lier ligt het natuurgebied Anderstad, thuis voor tal van vogelsoorten, onder andere de visdief. Maar ik ken er zelf te weinig van, en het gezelschap sleept me verder.

zwaluwen
visdiefeiland

De rek is er helemaal uit nu.

pain

In het Stadpark dring ik aan op een klassieke broer-zus-foto op een morantisch boogbrugje, die me met tegenzin wordt toegestaan.

stadspark

Het voorlaatste highlight is het Begijnhof van Lier, Unesco-werelderfgoed. Het is er even prachtig als in Kortrijk, Gent, Leuven, Brugge. Stemmiger wordt het zelden in Vlaanderen.

begijnhof Lier
begijnhof Lier

Er is ook een kruisweg op rijm die me erg aanspreekt. Daerom klinkt het van hun lippen / Simon, help dien Man in ’t gaen. Heerlijk. Van de taal alleen al knapt een mens op.

begijnhof Lier
begijnhof Lier

Ik laat het muizel nog snel poseren aan het Hemdsmouwken, het nog geen meter brede brandstraatje waar Felix Timmermans’ Juffrouw Symforosa woonde, het begijntje dat als een blok viel voor Martienus de tuinier, die – zonder weet van haar gevoelens – monnik besluit te worden. ’t Is al kommer dat kwelt.

Hemdsmouwken / begijnhof Lier

En dan komen we bij het echte symbool van Lier, de Zimmertoren. In de middeleeuwen was de ‘Corneliustoren’ nog deel van de stadsomwalling, maar mettertijd raakte hij volledig in verval en was hij voor de sloop bestemd. Begin vorige eeuw kreeg de bouwval ter gelegenheid van 100 jaar Belgische onafhankelijkheid echter een facelift-met-astronomisch-uurwerk, de Jubelklok, ontworpen door Louis Zimmer en geïnstalleerd door vrijwilligers. Wonderschoon, en een waardige afsluiter van deze tweede dag.

Zimmertoren

Op het appartement lassen we wat rust in. Het knutselmuizel gaat met kraaltjes aan de slag, en intussen maak ik spaghetti. Het doet goed even op adem te komen.

kraaltjes

Later op de avond, als onze grote borden wat gezakt zijn, trekken we nog even de stad in, en raak ik aan den drink, gelukkig zonder veel erg…

Aan den Drink

Op naar morgen!

Meer foto’s:

Zimmertoren

GR12 | Broechem – Lier | 14.04.21

GR12

In de tweede week van de paasvakantie ga ik op driedaagse met twee van mijn kinderen. We lopen een eerste bescheiden stuk van de GR12, het langeafstandspad Amsterdam – Brussel – Parijs, in drie haalbare etappes door de Kempen: voor ons ver buitenland. Gepakt en gezakt doen we op de eerste dag 4 uur effectief over de ruim 17 km van Broechem naar Lier, waar we twee nachten in een centraal gelegen studiootje verblijven.

Eerst brengen ons langzaam maar zeker trein en bus naar de vertrekplek. Er wordt wat gelezen, veel getekend, mal gecaprioold, en al gauw om een eerste versnaperpauze gebedeld. Zoals dat zo gaat, met kinderen op schok.

treinen
pauze in  Berchem
fratsen op de bus

Zelfs in relatieve rust jagen ze hun stappenteller aan…

Startpunt is Broechem, in coronatijden toepasselijk een deelgemeente van Ranst. Aan het Kattengangeske wordt aanvankelijk nog enthousiast geposeerd, tot onze verkenner grimassend terugstuift.

Kattegangsken

Naast een blik Red Bull heeft een rat er het aardse voor het eeuwige gewisseld, zo blijkt. RIP rat. (Meteen moet ik aan Ripred denken, een personage uit Gregor The Overlander, het boek dat middelman aan het lezen is. Alles haakt in elkaar.)

rip rat

Het muizel is in alle staten en met geen stokken tot passeren te bewegen. Dan haar maar op mijn arm gehesen. In gedachten herdoop ik het tot Rattengangeske: een begin een queeste waardig.

Zelfs in deze eerste kilometer wordt op verschillende instabare momenten lauw, zelfs stug gereageerd. Nu al sloffen de schoenen over het asfalt. Inertie laat zich moeilijk verdrijven. Ik vervel tot motivatiecoach en beloof beterschap, maar weet niet hoe lang ik het volhoud. Afwisseling zal geboden zijn.

kreupel
kreupel

Aan de horizon vallen flarden regen.

20210414_121101

Gelukkig loont in april ook buiten Haspengouw het boomgaardkijken. De perelaars tooien zich communiewit, en tussen de bloesems is het op en top genieten, beamen ook mijn reisgezellen.

20210414_121450
20210414_121700

Even is het gissen naar het doel van de horizontale bamboepakketjes; we houden het op mini-insectenhotels.

20210414_121650

In Emblem dan is het blijkbaar in achterafsteegjes streetwise om baasjes in het Engels te wijzen op de uitlaten van hun honden.

NO!

Een curiosum is de lokale gevangenis, die vroeger deel uitmaakte van het gemeentehuis, en in gebruik bleef tot de jaren 30. Een cachot met cachet.

gevangenis Emblem

En wel, wel, wel: spellend Emblem heeft zelfs een echte Perec! Yes. — Excellent! Wegen en weggetjes, we nemen ze tevreden, rechtstreeks en snel. Welke weelde Les événements se pressent!

Kesselsesteenweg

Een eerste keer dwarsen we de Kleine Nete. Het bruinige water staat laag. Aan duiken is geen denken.

Kleine Nete
Kleine Nete

De beemden van de meander ernaast vormen een natuurgebied, maar erg uitnodigend vinden we het niet. Hier fietsen in beter weer moet erg fijn zijn, maar te voet is een jaagpad vaak driewerf meh. Door de bomen schemeren plassen, en er zijn ! PAALTJES. Alsof iemand een GR-markering heeft gezaaid en die nu impudicusgewijs is opgeschoten.

plas
paaltjes

De kinderen worden lichtbalorig.

vermoeidheid

Tot mijn opluchting bereiken we het belangrijkste natuurgebied van vandaag: de Kesselse Heide. Jaren in wanbeheer mismeesterd, nu een verademing. Plots loopt alles over van energie. Klimbomen zijn steevast een hit.

Kesselse heide
Kesselse heide
Kesselse heide
Kesselse heide

Niet ver achter het provinciaal domein ligt al meer dan honderd jaar Fort Kessel, dat echter nooit een militaire rol van betekenis speelde, net zoals eigenlijk de hele bunkergordel hier. Nog maar half afgewerkt kapotgeschoten in WO1, alras verlaten en opgeblazen in WO2. Nu huizen er vooral vleermuizen.

Fort Kessel

Een boogscheut verder houden we kort halt bij een ingewerkte Onze Lieve Vrouw. Voor ingeworteld kwaad is echter weinig raad.

van goede raad

We lopen door Kloosterheide, een zanderig gebied waar het gesnerp van kettingzagen tussen de bomen hangt. Vandaag wordt er actief beheerd. Her en der is van bomen de bast doorgezaagd.

Kloosterheide
Kloosterheide

Het laatste eind brengt ons opnieuw langs de Nete, waar eveneens gesnoeid wordt.

Kleine Nete

Een twijgje noopt tot een impromptu impressie van pony.

Kleine Nete - prancing pony

Eerder onderweg was er sprake van een duo zwanen met halzen die een hart vormen. Dichter bij dat beeld dan deze eenden komen we vandaag niet. Veel stelt het op zich niet voor, maar aan bepaalde verwachtingen is toch maar weer tegemoetgekomen.

duckhart

Een dankprevel is op zijn plek.

wees gegroet

Op de brug over het Netekanaal uit zich ons aller aard:

RUND
spook

We passeren nog de visplas van de Koninklijke Netezonen …

visplas Koninklijke Netezonen

… maar dan zijn we er zowat. Door de knappe Lisperpoort lopen we de vesten van Lier over.

Lisperpoort
Lier

Het is welletjes geweest: het centrum verkennen we later wel. Eerst pakken we uit in onze studio, daarna doen we inkopen, en dan is er de beloofde frietjesberg, mét een lokale specialiteit: de Schapenkop, naar de bijnaam van de Lierenaren. Echt iets om trots op te zijn.

schapenkop

Samen kijken we nog naar WALL·E, die de kinderen om een of andere reden helemaal vergeten waren, en dan zit onze eerste dag erop. Bedje binnen, en 🐑🐑🐑🐑🐑 aftellen tot we morgen weer op pad mogen.

Dat het fijn was!

Meer foto’s:

schapenkop

GR5A | Houtem – De Panne | 29.12.20

GR5A

Op een van de laatste dagen van het aflopende jaar is middelman verrassend bereid tot een (wis en waarachtig!) korte etappe op de GR5A. In 4 uur effectief, gezien de ondergrond best knap, lopen we de 18 km van Houtem naar De Panne, vanwaaruit de kinderen en ik eerder al naar Nieuwpoort trokken.

Net zoals vorige keer rijden we naar bezoekerscentrum Duinpanne. Op dit vroege uur staan we op de uitgestrekte parking zoals vanouds moederziel alleen. Toch gek dat zo weinig mensen er ’s ochtends al opuit trekken, terwijl je dan net de drukte voor bent, en het licht zo ongelooflijk mooi is. Een kort stukje wandelen dan, en de Belbus pikt ons op.

Bezoekerscentrum Duinpanne

Met open armen worden we in Houtem ontvangen.

welkom in Houtem

De massieve Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk zien we zich nog een hele tijd koesteren in de opgaande winterzon.

Houtem
Houtem

In dit vlakke land, deels enkele meters onder zeeniveau, liggen de akkers er verzopen bij. Zoals in de hele polderstrook hebben wolken en wind hier vrij spel.

Houtem

Een uur lang omtrekken we de zendmast die de skyline domineert. Verkeerdelijk ga ik uit van een telefonietoren, maar later lees ik dat hij oorspronkelijk diende in de Koude Oorlog, en ook dat hij in 2021 door de Belgische Staat per opbod verkocht werd voor maar liefst 5 miljoen euro. Welke gek hoest zo’n bedrag op voor een bouwvallig gevaarte als dit? Jump Trading, zo blijkt, een Amerikaanse flitshandelaar die hiermee de afstand tussen de beurzen van Frankfurt en Londen zo kort mogelijk wilde houden. Hightech-neokapitalisme bachten de kupe.

Zendmast Jump Trading Houtem

Op kaarsrechte wegen lopen we het poldergebied De Moeren / Les Moëres in, waar het oude moeraslandschap vanaf de 17de eeuw in verschillende fasen, na meerdere dijkbreuken en ten slotte de inundatie van de IJzervlakte, in 1950 voorlopig definitief werd drooggelegd.

De Moeren
Les Moëres

Kilometers lang loopt de GR hier pal op de grens.

Grensstraat

Een eerste stuk is nog verhard, maar dan is er zo ver het oog reikt alleen slijk. Avontuur puur.

De Moeren
De Moeren

We balanceren op de paar zoden die wat stevigheid bieden en klampen elkaar vast, maar voor middelman, die met sportschoenen onderweg is, vallen natte voeten niet te vermijden. Mijn voorziende geest wel een reservepaar kousen in de rugzak gestopt, en met mijn sjaal als handdoek is het ergste leed gelukkig al snel geleden.

natte sokken

Links en rechts van de grens speur ik naar noemenswaardige verschillen, maar hier zijn die er niet. Grijzig en blank ligt de klei aan weerszijden, met slechts een handvol verspreide bomen die de wind enigszins temperen.

Frans veld
Vlaams veld

Eentonig wordt het nooit: steeds weer zijn er overwiekende zwanen en grote zwermen kleinere vogels, op kijkafstand slaat ons een troep reeën gade, en er is natuurlijk de weg zelf, die hier meer dan ooit het doel op zich wordt.

De Moeren
De Moeren

Vlak voor de E40 kruisen we een van de grote landerijen hier, het Groot Moerhof, met in de achtertuin een oorlogsbunker. We zijn onder de indruk.

Bunker bij het Groot Moerhof

Heel even lopen we een eindje Frankrijk in, waar Camping Le Ringsloot een en al sfeer en gezelligheid ademt. Daar zijn onze zuiderburen ware keien in. Interessant is wel de naam: die verwijst naar de afwateringslus die het hele gebied omspant.

Camping Ringsloot

En dan zijn er de Duinen van Cabour, een van de best bewaarde fossiele duingebieden van West-Europa. In dit uitgestrekte gebied lag tijdens WW1 een Belgisch militair hospitaal, waar in 1915 Marie Curie in eigen persoon de radiologie-uitrusting kwam installeren. Nu lijkt het Waterschapsheuvel wel, en heerst er vrede.

de Duinen van Cabour
Kasteel-Hospitaal Cabour
Peace

Achter het domein lopen we nu echt richting kust.

Adinkerke

We dwarsen de verbindingsweg en de Veurnevaart, en komen dan aan in het laatste gebied van vandaag, het natuurreservaat De Westhoek.

Vlaanderen / Vlaanderen / West-Vlaanderen / Adinkerke
Natuurreservaat De Westhoek

Er zijn duindoorn, pittige hellingen en vergezichten, maar middelman houdt het inmiddels wel zo’n beetje voor bekeken. Jammer, want dit is een van de ruigste stukken kust die de GR te bieden heeft. Tussen alle bruinen, gelen en groenen, en onder de dreigende lucht, voel je je ondanks de andere wandelaars even alleen.

duindoorn
Natuurreservaat De Westhoek
Eli

Op en af gaat het, diep de duinen in.

Natuurreservaat De Westhoek
Natuurreservaat De Westhoek

Als dat de sfeer van de Sentier du Littoral is, dan moet die op mijn lijstje. Voor als het ooit weer mag.

GR-wandelboom

We schampen nog Plopsaland, en door het Calmeynbos lopen we de laatste meters. Eindbestemming: De Panne.

Het is mooi geweest, jazeker, maar vooral gewoon mooi – wat mijn compagnon de route, nadat de inwendige middelman versterkt is, toch ook beaamt.

Nog foto’s, met onder meer méér middelman:

De Moeren

GR5A | NIEUWPOORT-BAD – OOSTENDE | 21.11.20

GR5A

Omdat eind november 2020 de zwembaden nog gesloten zijn, trek ik naar zee met mijn oudste zoon en twee van zijn teamgenoten bij Ursus Zwemklub Zwevegem. Via Deinze en De Panne trein- en tramsporen we naar Nieuwpoort-Bad, vanwaar het naar Oostende gaat. Over de 26 kilometer zullen we in totaal iets minder dan 6 uur effectief doen.

Nieuwpoort Bad

Op de zeedijk van Nieuwpoort-Bad verwelkomt ons een tsjilpconcert. Door de relatieve mussendichtheid lijkt het perkgroen een stolploze volière, maar aangezien dat bij uitbreiding ook geldt voor ons mensenpark, fluit ik in weerwil van alles duchtig mee. De toon is gezet.

musjes

De eerste meters richting Kattesas lopen langs de IJzermonding. Voor drukbevolkter tijden zijn er suggestiestroken aangebracht, maar de jeugd toont zich dubbel dwars en onbeteugeld. Ik betrap mezelf schipperend op de middellijn, en geef snel bakboord roer: ik, rebel onder rebellen, voluit tegen de keer.

rebel rebel

De havengeul kleurt mizublauw. Het tij is laag, en in en rond de dukdalven hangen met veek bedekt fietswrakken, plastic tuinstoelen en andere aanspoelsels. Zwemzoon ontwaart in de makke golfslag zowaar de snoet van een zeehond, en de dag kan niet meer stuk.

Nieuwpoort Bad

Langs de promenade staat ook Freddy Cappons ‘Poolreiziger‘, geïnspireerd door de bipolaire exploten van geboren Nieuwpoortenaar Dixie Dansercoer, een naam die mijn vrouw en ik jaren verward hebben met die van de betreurde avonturier Steve Fossett. Ook deze figuur lijkt echter eenzaam op weg door de pijnlijk vertrouwde grote leegte. Onze expeditie vandaag biedt goddank wat meer houvast.

De poolreiziger

We passeren de veiling, waar een tiental visserssloepen liggen aangemeerd, en we monsteren hun takelage. In de netten hangt hier en daar nog wat vergeten bijvangst. Natuurlijk dood.

vismijn

Aan de kaai in Nieuwpoort zelf gedenkt een sober monument de vissers omgekomen op zee. Waarom weet ik niet, maar vooral de blote voeten van de zeebonk raken me.

20201121_103526

Vlakbij ligt het trotse sluizencomplex De Ganzenpoot, waar zes waterwegen samenvloeien. Als muziek klinken hun namen: Iepersas, Veurnesas, Gravensas en Springsas, maar ook de Overlaten van Veurne-Ambacht en van het Nieuwbedelf.

Koning Albert I-monument

Niet toevallig naast dit complexe waterwerk, de spil van de onderwaterzetting van de IJzervlakte, staat in gele shrapnellbaksteen het monumentale gedenkteken voor Koning Albert I; bij het ‘Alberto Regi’ ginnegappen we eerst samsonesk, maar het datiefkwartje valt snel, nu ook bij zwemzoonlief. Dit ruiterstandbeeld gebiedt respect: Van de eerste zon begroet, / en laatst van zon omblonken, / Op ’t helste en hoogste duin, / Tot één gestalte in brons, én beeld én ros, geklonken, / Op grond van grauw arduin. (August Van Cauwelaert)

Koning Albert I-monument
Koning Albert I-monument

Onder aan de trappen ligt het British Memorial to the Missing, een witstenen zuil met de namen van honderden Britse soldaten die sneuvelden in en rond Antwerpen en in de IJzerfrontgevechten. Drie grimmige leeuwen waken over hun gedachtenis.

Koning Albert I-monument

Via het Nieuw Bedelf lopen we een heel eind onverhard langs het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort, tot aan de Rattevallebrug. Op het oog stamt een overwinterende boot uit de vloot van Panamarenko zaliger.

Passendalevaart
Passendalevaart

We zijn van de kust weg de polders ingelopen. Weiden en akkerland wisselen elkaar af. De verharde paden leiden ons parallel met Lombardsijde en Westende; pas ter hoogte van Middelkerke knikken we de kust weer toe. Het is er lastig stappen, blootgesteld aan de elementen als we zijn op dit barre biljartdoek.

zonnebloemen
akker
polderen

Voor ons werpt de hoogbouw een ondoordringbare wal op, alsof we te pletter zullen slaan.

kustmuur

Weer aan zee beklimmen we de Warandetoren. Op het recente uitkijkplatform wiegen we mee op de wind, die vervaarlijk door het geëvoceerde stalen helmgras fluit.

Warandetoren
Warandetoren

Achter de troosteloze flatgebouwen naast de constructie lopen we op een pad door kaal groen, dat somber kleurt onder de tinnen hemel.

Westende
Westende

Gelukkig blaast op de IJzerlaan Jerom ons weer zomerse wind in de zeilen.

met de wind in de zeilen

In het centrale Normandpark plegen we een sanitaire stop, waarna de zwemmakkers de gewapende verstaging van het piramidenet op vliegen. Allen willen ze het kraaiennest in, spieden naar de in deze omsloten vlek volstrekt beperkte einder. Ik sla het onbekommerde geklim gade, en leef op.

boys will be boys

Voor #MagischMiddelkerke staan er in het park verspreide lichtinstallaties: een jingelende rendierslee, een stakige maanlander van een kerstboom, en op de zilveren vijvers drijven filigrane waterlelies.

de schoonheid van een meisje


Voor mentale deining zorgen daar Luceberts impressies van onbeholpenheid die mits de juiste context elegantie worden kan: de schoonheid van een meisje / of de kracht van water en aarde / zo onopvallend mogelijk beschrijven / dat doen de zwanen. De begeleidende tekst roemt de ‘sterke levensvreugde’ van die verzen, maar ik twijfel, leef me disassociatief in, navoelend het naakte, tastende scheppen met taal. Want eigenlijk neemt het gedicht een andere wending: maar mij het is blijkbaar is wanhopig / zo woordenloos geboren slechts / in een stem te sterven.

tussen Middelkerke en Raversijde
tussen Middelkerke en Raversijde

We slingeren over het Duinenpad. Af en toe raakt een spat miezer onze koude kleren niet: zwemmers zijn wel wat gewend. Helaas zit het smalle, verharde, met prikkeldraad afgezoomde pad in de weidsheid om ons heen toch wat benepen, als een wringende schoen.

tussen Middelkerke en Raversijde

Pas in provinciedomein Raversijde krijgen we weer ruimte. We trekken een wijde boog rond het bekende stuk Atlantikwall, het natuurpark door, dat in de jaren 50 gevoelig werd uitgebreid door Prins Karel, toen hij er na zijn ontslag als regent actief was als schilder.

Raversijde

Bij de jeugd is evenwel vooral de viertrapstoren in trek.

Domein Raversijde

Achter Raversijde-dorpskern geeft een camping niet meer thuis.

Domein Raversijde

Dan lopen we al tegen Mariakerke aan. Op de grens van het dorp staat pittoresk Onze-Lieve-Vrouw ter Duinen. In de omliggende dodenakker rust ook baron James Ensor. Dat we zijn gebeente gemaskerd moeten groeten, is een macabere speling van het lot.

Ensor

De route draait nu de stad in, maar ons wordt de lokroep van de zee te sterk, en we lopen de branding in. Pootjebaden moet kunnen, ook in het herfstkoude water (spetter, pieter, pater … ) (zinspeelt het door mijn hoofd).

To B or not to B
pootjebaden

Op het strand hebben zich na extreem springtij hoge kliffen gevormd, en die moeten bedwongen, keer op keer. Snel schiet het niet bepaald meer op, maar er is al zo veel zonder zeuren gestapt dat ik de jongens alle tijd gun. Dan maar een druppel later. Samen kolven we doodgemoedereerd barrières af.

kliffen

De grijzen van de hemel boven ons scheidt de kimlijn quasi arbitrair van het rijke zeepalet voor ons, slechts doorbroken door af en toe een schril baken, een schip, een boei.

boeien
richting Oostende
richting Oostende

Bijna in Oostende dan kunnen we niet om ‘Altar‘ van Kris Martin heen, het transparante tableau vivant dat vensters opengooit en tegelijk een kader schept voor een herbronde blik. Nog geen tien jaar staat het er, maar het is zo’n werk waar iedereen wel wat mee kan. // Als ik afdruk, voelt het even alsof ik een nieuw perspectief vastleg. De illusie verdwijnt met het moment.

Kris Martin, Altar

En dan zijn we er haast. Naast ons sjokken de Koninklijke Gaanderijen uit het zicht richting Mariakerke. Strikt genomen loopt het GR-pad op de zeedijk tot aan het casino, maar wij houden onze strandkoers aan, op voldoende afstand van het roemloze ruiterstandbeeld van onze gecontesteerde tweede vorst.

Leopold II + Galerij

Nadat aan het Kursaal de voeten zo kwaad en goed als mogelijk zandvrij zijn gemaakt, spoeden we ons recht door het centrum naar het station, waar op het spoor onze rit al op ons wacht.

Casino

We blaken van de lange buitendag, gloeien na, en eens thuis klinkt luid de vraag om meer, meer, meer.

Wat meer kan een wandelhart zich wensen?

we kunnen dit

Meer foto’s:

Koning Albert I-monument

GR5A | OOSTENDE – WENDUINE | 09.11.20

GR5A

Het begin van de week verlengde herfstvakantie belooft stralend weer. De kinderen hebben genoten van onze eerdere escapade aan de kust, en het kost me weinig moeite hen over te halen tot alweer een wandeling, ditmaal van Oostende naar Wenduine. De 18km oostwaarts leggen we af in vier en een half uur effectief.

Onze auto parkeren we iets over de vismijn, tussen de vaargeul van de Voorhaven en het Visserijdok, op de parking vlakbij het veer. Het is er nog heerlijk rustig. We vergapen er ons vooral aan de VOLE AU VENT, een kolossaal offshore jack-up installatieschip waarmee windmolenparken geïnstalleerd worden. Voorbij het Zeewezendok liggen de ontzagwekkende masten en wieken al klaar.

Eli en Trui

Een metalen sluisbrug geeft uit op de Slipwaykaai, waar een kolonie meeuwen de staketsels van de scheepshellingen voor zich alleen claimt. De droogzetinstallatie ademt verval, maar voor hetzelfde geld is ze nog in gebruik: de macht van de zilte sloopmachine Noordzee is moeilijk in te schatten.

meeuwen

Op de blinde muur van een van de loodsen daar prijkt driewerf anamorf Delfts blauw, een trompe-l’oeil van kunstenaar Leon Keer. De doemscenario’s op de faience waarschuwen onopvallend voor de gevolgen van de klimaatopwarming – hét import-export-product van onze tijd.

trompe-l'oeil

Aan de overkant van de geul ligt het Klein Strand, met op het Zeeheldenplein Arne Quinzes signaalkleurige sculpturencluster: blasfemisch-rode kunsttereur volgens de enen, een markante blikvanger volgens anderen. De waarheid ligt zoals zo vaak niet in het midden.

Oostende

In ieder geval leidt de groep mijn aandacht af van het bordje dat er echt toe doet, en in een moment van onverhoedsheid dreig ik finaal theatraal vast te komen te zitten in een verraderlijke vlek drijfzand. Het gevaar dreigt overal. Mijn kinderen staan erbij en generen zich dood.

gevaar

We stappen verder, langs overblijfselen van de Atlantikwall: de luchtafweerbatterij Halve Maan, en Batterij Hundius, in de Tweede Wereldoorlog gebouwd door Russische en Oekraïense krijgsgevangenen, met geschutskazematten, munitiebunkers en plaats voor manschappen. Nu is het gebouw in handen van de Belgische Zeemacht. Wie weet waar het goed voor is.

Batterij Hundius

We schampen ook het 19de-eeuwse Fort Napoleon, maar dat deden we eerder al eens aan, dus laten we het gebouw rechts liggen en lopen meteen de Spinoladijk op, die al meer dan een eeuw lang de duinen tegen de getijden moet beschermen.

Oostende

Naamgever Ambrogio Spinola was een nobele onbekende voor me, maar hij blijkt de militaire strateeg te zijn geweest die tijdens de Tachtigjarige Oorlog een eind maakte aan het jarenlange Beleg van Oostende. Met dit onfortuinlijke worstelperk was ook Vlaanderen ooit een Troje rijk. In Den Nassauschen laurencrans uit 1610 klonk het over die periode zo:

t Belegh van Oostende passeert Troye en Carthago
Oostends langh belegh, ‘t gewelt aldaer bedreven,
Met al die listigheyt, en mannelijcke feyten:
Soodanigh zijn, dat noch Troia, noch ‘t verheeven Carthago,
met daer om d’eer sullen durven pleyten.

We wagen ons tot de vloedlijn, en worden strandlopers onder strandlopers. Vooral middelman zuigt de branding aan. Op de nipper kunnen we natte voeten vermijden.

Oostende
Eli

Het zand is allesbehalve egaal of uniform. Onder de wisselende wolkendeken glimt het olieachtig, soms goud, soms gitzwart, als waart hier de geest van duizenden besmeurde vogels rond. Onze stappen laten indrukken waarvan de strakke wanden haast meteen uiteenrafelen, en waarin grondzeewater welt. We zijn slechts bezoekers hier.

Oostende

Ter hoogte van Bredene ondertunnelen we de duinen richting centrum, belust op een middagversnapering. Op het plein prijkt pront “De wind”, het prikkelend-uitdagende brons van kunstenaar Irénée Duriez, dat in de volksmond ook wel “Blote Betsy” heet. Blote Betsy, provocatief en toch puur natuur – waar toepasselijker dan in Bredene, waar in de voorbije coronazomer ter betere spreiding het naaktstrand even weer textielstrand werd?

Blote Betsy

Inwendig versterkt trekken we verder. Als we na een stuk asfalt opnieuw de duinen in kunnen, zoekt middelman een knuistig knuffelcontact en blijft onbekommerd hangen.

Eli

De omgeving is al even gelukzalig. Gelen, groenen, grijs, roest en wit, met hier en daar een toets egelantier. Het mulle zand vertraagt, en wat we zien ademt vakantie.

Bredene
Bredene
Bredene
Bredene
Bredene

Het is natuurlijk zonde dat er door de bebouwingsdruk alleen korte stroken duingebied overblijven, maar wat er rest is prachtig. Voor wie wil kán de kust niet cliché worden.

Bredene

Onder ons opent zich intussen het weidse strand. Het uitzicht smeedt ons gevieren dichter aaneen – de drang tot een familieportret groeit. We schaduwmensen.

4

Op de duinkam trekken we dan verder richting De Haan. Het helmgras prikt me schelms in de benen en zo madeleinegewijs een ver verleden in, waar ik met mijn moeder en mijn broer zalige zomerdagen doorbracht in de Panne. Ik hoop dat mijn kroost hier even gouden herinneringen opdoet.

Trui, Rolf en Eli

Verderop lonkt de kersverse vuurtoren van kunstenaar Guillaume Bijl, een uitkijkpunt in een deels gerealiseerde reeks van soortgelijke constructies, onder de vlag Horizon 2025.

Vuurtoren Vosseslag

Daar, in Vosseslag, gaan we even van de duinen weg, versperd als die zijn door de met hekwerk afgezette Koninklijke Golfclub. Voor die extravaganza van Leopold II zijn we niet zo gewonnen, en de vingerwijzingen op de bestrating volgend geven we impactloos uiting aan ons proletarisch ongenoegen.

De Haan
Golf / De Haan

Via de Duinbossen van Klemskerke en de oude bedding van de stoomtramlijn komen we dan echt aan in De Haan, die vreemde concessie zonder hoogbouw, waar de belle époque stil is blijven staan.

Klemskerke / De Haan

De “plage boisée et fleurie“, zoals toentertijd le Cocq-sur-Mer werd gepromoot, is een speels stukje Vlaanderen, en in deze poppenhuiswijk was het dat Albert Einstein de zomer van 1933 doorbracht, tot het ook hier te gevaarlijk werd en hij naar de VS emigreerde. Zijn zittend standbeeld lopen we ijsjeslikkend voorbij.

De Haan
Den Haan

Eens uit het centrum resten ons nog de Duinbossen van Vlissegem en Wenduine. Op en neer slingert het pad, tussen zwarte den, abeel, esdoorn, wilg en populier.

De Haan
Trui

Iedereen houdt zich kranig, maar toch is het vet wat van de soep, en er wordt stiekem reikhalzend uitgekeken naar de wandelboom, die ons tot de kusttramhalte zal absolveren.

De Haan
De Haan
Rolf, Trui en Eli

Wenduine Konijnenpad, verder komen we vandaag niet. Maar wat deert dat, na zo’n schitterende dag? Bovendien leidt de route van hieraf het poldervlakke binnenland in, wat ik voor een latere solotocht reserveer.

Wenduine Konijnenpad

Terug in Oostende rest ons nog een stukje van de havenvariant, die ons op verhoogde bermen via de Wandelaarkaai, de ijsbergen aan de mijn en ook de onontkoombare VOLE AU VENT weer tot ons startpunt brengt.

Eli
Wandelaarkaai
Rolf en Trui

En daarmee is de circkel rond. Moe en vervuld van alle indrukken rijden we voldaan naar huis.

Meer foto’s:

gevaar

GR5A | De Panne – Nieuwpoort-Bad | 03.11.20

GR5A

Op een stralende ochtend in de herfstvakantie loop ik samen met de kinderen mijn eerste etappe aan de kust. Ik dacht dat ze na eerdere traantjes en nukkigheid wat huiverachtig tegenover dat voornemen zouden staan, maar na goede zomerse ervaringen in Oostenrijk en de belofte van zon, zee en ijscrèmezabberen zien ze het dan toch al snel wonderwel zitten. In ongeveer 4,5 uur effectief stappen we van De Panne naar Nieuwpoort, in totaal bijna 18 km.

We parkeren op het nog verlaten terrein aan bezoekerscentrum De Nachtegaal. Iedereen krijgt een rugzakje om met eigen proviand, en gelukkig net niet zingend trekken we de Oosthoekduinen in. De sfeer zit goed, de jonge honden zijn uitgelaten.

De Oosthoekduinen / De Panne
De Oosthoekduinen / De Panne
De Oosthoekduinen / De Panne

We veren op van de laatste vers gevallen bladeren. De getorste nakende struwelen zijn verre neven van het Dansende Bos op de Koerse Schoorwal, en gewoon hier, in de mosduinen en het duingrasland van De Panne, waan ik me even vele einders ver weg, in Litouwen en Rusland, in de naald- en berkenbossen aan de Oostzee.

De Oosthoekduinen / De Panne

Af en toe snijden we door een stuk bewoonde wereld. Naast sporthal Den Oosthoek vinden we na ruim een kilometer al een hoogteparcours. De onderste niveaus zijn vrij toegankelijk, en meteen wordt duidelijk dat dergelijk speeltuig een ongelooflijke aantrekkingskracht bezit: uiteraard op de kinderen, die elkaar achterna dollen en als halfwassen slingerapen spagaats hun klimding doen, maar ook op mij – het duurt niet lang of ik liaan gibbonsgewijs van touw naar touw, binnensmonds oerkreten slakend … om uiteindelijk, ik geef het ruiterlijk toe, gelukkig zonder veel erg nogal klunzig tegen een van de pijlers te smakken. Maar wie maalt om een beurse plek min of meer bij dit soort onbetaalbare zorgeloosheid?

Den Oosthoek
Den Oosthoek
Den Oosthoek

In Sint-Idesbald heeft een meermin-mural al evenveel plezier. Zorgeloos geniet ze van haar zielensprong op de muren van Home Mathilde Schroyens, het in 2014 teloorgegane jeudgvakantiecentrum van vzw Kindervreugd. Decennialang vierde hier de Antwerpse jeugd zeeklassen en strandvakanties, nu klinkt er enkel het zilte fluiten van de wind. Ik hoop op een herbestemming met een hart voor nostalgie.

Koksijde

Over een veerooster lopen we de begrazingszone van de Noordduinen in. Ezels doen zich tegoed aan de stugge vegetatie.

Noordduinen / Koksijde
Noordduinen / Koksijde
Noordduinen / Koksijde
Noordduinen / Koksijde

Op de eerste echte helling al zijn de kinderen niet meer te houden: er moet gesprongen, gerold, geschreeuwd. Ik geef hun groot gelijk, en vier de teugels. Het zand in de schoenen nemen we erbij.

Noordduinen / Koksijde
Noordduinen / Koksijde

In Koksijde prijkt statig de Hoge Blekker, de hoogste duinrug van ons land. Helm- en duinzwenkgras wisselen af met duindoorn en ligusters. Opnieuw worden er registers opengetrokken die schril afsteken tegen het verstilde herfstlandschap. Een meegesmokkeld balletje vliegt door het zwerk.

Hoge Blekker / Koksijde
Hoge Blekker / Koksijde
Hoge Blekker / Koksijde

We lopen verder, de Doornpanne in, een begraasd gebied met stuifduinen, dichtbegroeide pannen en gefixeerde binnenduinen.

Doornpanne / Oostduinkerke

Een korte miezerbui waait zo over, en in de pastelhemel verschijnt een uitgewassen regenboog.

regenboog

Op een panoramaplatform zoeken we samen zichtlijnen, ankerpunten. In de verte zien we al de bonkige torens en zadeldaken van de Sint-Niklaaskerk van Oostduinkerke. Een man schildert en plein air – ook iets met ezels.

Doornpanne / Oostduinkerke
Doornpanne / Oostduinkerke
Doornpanne / Oostduinkerke
Sint-Niklaaskerk / Oostduinkerke

Boven de middendoorgang in de westtoren van de imposante kerk hangt een gigantische gekruisigde Christus, naar ik lees het grootste gegoten terracottabeeld ter wereld. Een van de aartsvaders is er met zijn kippen bij om een graantje mee te pikken van het marktse leven op het plein.

Sint-Niklaaskerk / Oostduinkerke

Intussen slaat in golven de vermoeidheid toe. Beurtelings wordt er gemokt, gebokt en gesjokt. Af en toe pauzeren is echt wel nodig, maar het meegebrachte knabbelgoed doet wonderen. Het is hier nochtans erg mooi, met duizend tinten groen, blauw en geel.

Doornpanne / Oostduinkerke
Doornpanne / Oostduinkerke
20201103_125942-2

Een hoge rug wordt bedwongen, en we pauzeren even voor een kiekje voor het arbeidende thuisfront.

Doornpanne / Oostduinkerke

Via een veesas lopen we dan het laatste aaneengesloten duinengebied van vandaag in: eerst de Spelleplekke, dan Ter Yde. De namen klinken even exotisch als vertrouwd.

Ter Yde / Oostduinkerke

Het stuift door de aangetrokken wind, en middelman is opeens niet meer vooruit te branden. Met mijn buff als zandvisier weet ik hem ten langen leste toch te motiveren om de vlakte over trekken. Dat doen we in verspreide slagorde: tegen de elementen is het uiteindelijk ieder voor zich.

Ter Yde / Oostduinkerke
Ter Yde / Oostduinkerke

We kruisen de drukke Albert I-laan, en in de Zeebermduinen passeren we een relict uit WW2, het Duitse Widerstandsnest Waldersee. Zulke weerstandsnesten vormden het kleinste type infanteriesteunpunt in de Atlantikwall, en moesten de gaten dichten tussen zwaarder bewapende stellingen. Nu is het er stil.

Widerstandsnest Waldersee

En dan zien we ze na al die uren van dichtbij, de Noordzee. Het waait nog steeds oerend hard, en op de baren halen kitesurfers halsbrekende kunsten uit. We houden even halt bij dat spektakel, en gaan er zelfs even bij liggen, middelman op kop.

Koksijde
Koksijde
Koksijde

Eindelijk lopen we Nieuwpoort-Bad binnen, even nog op het strand, tot we op de dijk een crèmerie ontwaren en we ons allemaal twee bollen gunnen. We zijn niet zo van de hoorntjes, en gestaag onze kuipjes lepelend laven we ons op de verharde boulevard.

We kijken op een ware muur van appartementen, waarvan de vrije zeeblik de
doorkijk naar het hinterland verspert. Maar het geeft geen pas ons daarom druk te maken: ook dit is Vlaanderen, en het is lovenswaardig dat het grote routepad ook deze zijde van onze gecollectiviseerde kust laat zien. Onverbloemd – warts and all.

Koksijde
Nieuwpoort

Na dit passend contrapunt, aan de monding van de IJzer, gaan we op zoek naar de Kusttram, die ons gezwind en veilig autowaarts spoort.

Meer foto’s:

De Oosthoekduinen / De Panne